Loorbach loopt een blauwtje

Delen:

En floep, daar ontglipte NOvA-deken Jan Loorbach een wat korzelige terzijde over het geringe democratische gehalte van sommige leden van het College van Afgevaardigden. En meteen stond de vergadering afgelopen donderdag in vuur en vlam. Een afgevaardigde snelde naar de microfoon en eiste excuses van Loorbach. Na wat heen en weer gepraat gaf Loorbach toe dat het niet verstandig was geweest om terug te komen op een eerder besproken en afgesloten agendapunt. Een excuus was het zeker niet, meer een grommende terugtocht.

Onderwerp was zoals al zo vele jaren het hoofdpijndossier van de vrijstellingen voor instellingen als de Law Firm School en de Brauwerij. De Algemene raad had vooraf een notitie gemaakt die er op neer kwam dat in afwachting van een nieuwe opzet van de stagiaireopleiding het huidige vrijstellingenbeleid onverkort kon worden voortgezet. De Haagse fractie had, zoals eveneens de afgelopen jaren het geval was, hier een notitie tegenover gesteld die dit standpunt afwees. Bovendien signaleert de Haagse notitie nogal wat licht tussen het standpunt van de Algemene Raad enerzijds en anderzijds het advies van de commissie Kortmann (zie verder hieronder) en het advies van de Raad van Advies van de Orde. En staande de vergadering bleek dat een meerderheid van het College dit standpunt deelde. Verstandigerwijs liet Loorbach het niet op een stemming aankomen en werd dit zo langzamerhand gloeiend hete hangijzer maar weer in arremoede naar de volgende vergadering doorgeschoven.

Het vrijstellingenbeleid blijft dus de gemoederen verdelen en precies dat moet de ‘macher’ Loorbach hebben gefrustreerd en tot zijn ontboezeming hebben verleid. Iets dat een ervaren vergadertijger als Loorbach graag had willen vermijden, maar de emotie won het dit keer van de ratio. Eenzelfde emotie die bijvoorbeeld Loorbach’s voorganger Willem Bekkers drie jaar eerder in Den Bosch tot grote razernij bracht toen ook destijds een meerderheid van het College dwarslag. Veel in de pauze uitgesproken machtswoorden en massages hielden in die vergadering de boel althans tijdelijk bijeen. Sindsdien is er veel gebeurd, de commissie Kortmann kwam met een uitgebreid advies over de aanleiding van het probleem, namelijk de tekortschietende kwaliteit van de opleiding, maar het punt van de vrijstellingen werd slechts in vage termijn geadresseerd waardoor de tijdbom al die tijd is blijven tikken.

Dat ook Loorbach deze bom niet onschadelijk heeft weten te maken valt tegen. Wat met name tegenvalt is dat de dialoog met de oppositie binnen het College blijkbaar onvoldoende is aangegaan. Het blijft toch een wat merkwaardig feit dat dit soort tegenstellingen zich telkenmale in het openbaar manifesteren. Ik had verwacht en gedacht dat Loorbach, met al zijn ervaring en stuurmanskunst, zich vooraf van voldoende steun had verzekerd. In plaats daarvan werd voor de zoveelste keer de confrontatie gezocht en moest de Algemene Raad afdruipen. Ergo de frustratie.

In de wandelgangen werd een flink potje afgemord over de gang van zaken. Dat Loorbach, als Nauta Dutilh-er, een van de participanten in de Law Firm School, het agendapunt vrijstellingen zelf en op deze manier voorzat, getuigde volgens menigeen van een vorm van zelfoverschatting die onvoldoende blijk gaf van het juist inschatten van de gevoeligheden op dit punt. Loorbach had volgens deze criticasters beter de voorzittershamer aan een ander lid van de Algemene Raad kunnen geven, daarmee de schijn van vooringenomenheid vermijdend.

Alles bij elkaar lijken de wittebroodsweken tussen algemeen deken en College na twee jaar wel definitief voorbij. Op zich is dat niet erg, alleen dat het zo in het openbaar manifest werd, is niet fraai. Er moet nu iets gebeuren om dit dossier voor eens en voor altijd op te lossen. In (opnieuw) de wandelgangen werd gesproken over mediation en over een geheel nieuwe aanpak. Misschien zou het beter zijn te beginnen met een discussie over het eindpunt, namelijk de kwaliteit van de opleiding. Als die vaststaat, als duidelijkheid bestaat over de resultaten daarvan, dan zou een vrijstellingenbeleid helemaal niet meer nodig zijn. Dan zouden meerdere instanties zich kunnen laten certificeren, inbegrepen de Law Firm School, mits die betaalbaar blijken en openstaan voor alle stagiaires, en zou de Orde zich moeten beperken tot die vakken die niet worden uitbesteed, waardoor ook de zo gewenste sociale cohesie gewaarborgd blijft. Mochten instanties als de Brauwerij en de Law Firm School zich hier niet in willen voegen, dan zou voor hen de status van ‘on top off’ moeten gelden.

Het blijft een bizar schouwspel dat een beroepsgroep die mediation aanbiedt als een van de belangrijkste USP’s,  het zichzelf als het gaat om dit onderwerp zo moeilijk maakt. Op 9 november vergadert het College weer met de Algemene Raad. Loorbach is het aan zichzelf en zijn reputatie verplicht om met een oplossing te komen. Anders zal deze smet ook aan zijn dekanaat blijven kleven. Zo niet erger.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Ook interessant:

Scroll naar boven