Mr.
22 / Mr. 6 2021 interview O ver de vraag wanneer ze haar presidentschap als geslaagd be- schouwt, hoeft Dineke de Groot niet lang na te denken: “Als de onafhankelijkheid van de recht- spraak er net zo goed voor staat als toen ik begon, of beter. Dan geef ik het stokje vol vertrouwen door aan mijn opvolger.” Het is de kern van wat De Groot belang- rijk vindt in haar presidentschap. Ze ba- seert zich daarbij op de profielschets op basis waarvan ze heeft gesolliciteerd. Daarin is onder meer geformuleerd dat de president van de Hoge Raad “leider- schap toont als representant van de rechtspraak in het algemeen en de Hoge Raad in het bijzonder en oog heeft voor de maatschappelijke en politieke ont- wikkelingen die van invloed zijn op de positie en de rol van de rechter in de de- mocratische rechtsstaat en van de recht- spraak in het algemeen.” BIJDRAGE LEVEREN De Groot stelt de onafhankelijkheid meermaals aan de orde. Uiteraard als ze praat over de relatie van de Hoge Raad met de andere staatsmachten, maar ook als ze uitlegt waarom ze veel gesprekken voert met mensen uit andere instituties, en bij vragen naar haar privéleven – waarover later meer. En eveneens als ze toelicht waarom ze eind 2019 solliciteer- de nadat bekend werd dat haar voorgan- ger Maarten Feteris stopte. Dan zegt ze: “Het presidentschap is een logische voortzetting van mijn belangstelling, een mix van vakinhoud en bestuurlijke ta- ken, en het is een functie waarin je echt een bijdrage kunt leveren aan de in- standhouding van de onafhankelijke rechtspraak in Nederland.” Bij de Hoge Raad werken vooral mensen die geïnteresseerd zijn in de juridische vakinhoud, zegt De Groot. “Er blijven niet zoveel mensen over die ook belang- stelling hebben voor het organisatorische aspect. De spoeling is dus dun.” De Groot deed de management develop- mentopleiding van de Rechtspraak, was teamvoorzitter in de rechtbank Amster- dam en vicepresident van de belastingka- mer van de Hoge Raad, waar ze een digi- taliseringsproject leidde. “Mijn loopbaan was altijd gefocust op de combinatie van de vakinhoud met het bestuurlijke. Dat ik belangstelling had voor de functie van president was dus niet vreemd.” Waarom legt u de nadruk op het belang van onafhankelijke rechtspraak? “Er wordt vaak gedacht dat er in deze tijd niet veel aan de hand is. Maar in de geschiedenis zie je dat de onafhankelijke rechtspraak bij tijd en wijle in de knel komt. Je moet het belang daarvan voort- durend aan de orde stellen in de context van de tijd, en er gebeurt nu in Europa heel veel.” Staat de onafhankelijke rechtspraak in Nederland onder druk? “Er is geen aanleiding om te denken dat er in Nederland politieke druk is op be- noemingen van rechters. De benoe- ming van de president van de Hoge Raad is daar een voorbeeld van. Vol- gens de procedure beveelt de Hoge Raad de minister een kandidaat aan, en die kandidaat wordt het. De Neder- landse rechtsstaat is sterk, weerbaar en veerkrachtig, zegt ook de Venetië-com- missie in een onlangs verschenen rap- port. Maar als de onafhankelijke recht- spraak onder druk komt te staan, begint het meestal niet met politieke benoemingen, maar met discussie over de inhoud van rechterlijke uitspraken. Die hebben wij ook. In die discussie moet je soms aandacht vragen voor het belang van de onafhankelijke recht- spraak, juist als de onafhankelijkheid nog niet onder druk staat.” Ze legt uit dat daar de president aan zet is. “Ik moet het verhaal van de recht- spraak in het algemeen en dat van de Hoge Raad als hoogste rechter in het bij- zonder naar buiten toe vertellen, en bin- nen de Hoge Raad vertellen welke reac- ties ik daarop krijg.” Wat is het verhaal van de Hoge Raad? “Zorgen voor rechtseenheid, rechtsont- wikkeling en rechtsbescherming. Alles wat ik over de Hoge Raad vertel, staat in dienst van die drie kerntaken, wat de samenleving daarvan kan en mag ver- wachten en wat we daarvan waar kun- nen maken.” URGENDA In Frankrijk vertelde ze over het baan- brekende Urgenda-arrest. “Mij werd ge- vraagd of ik bij een symposium van de Cour de Cassation en de Conseil d’État een verhaal wilde houden over de rol van de rechter in de klimaatdiscussie. Dan vertel ik over het milieurecht in Nederland, de route naar de Urgenda- uitspraak en de inhoud van de uit- spraak. Later hoor ik dan terug dat dit leidt tot een beter begrip van zo’n uit- spraak.” Het Urgenda-arrest is een mijlpaal in de machtsverhouding tussen de staats- machten. Gaat de Hoge Raad verder op die lijn? “Er zijn in de loop der jaren meerdere zaken geweest waarbij mensen zich af- vroegen of de Hoge Raad niet te ver ging. Meestal waren dat zaken over maatschappelijk relevante vraagstukken waarover veel discussie was. Maar later, als de tijd is voortgeschreden en mensen het verhaal beter begrijpen in de maat- schappelijk context, dan luwt de discus- sie. Zo verloopt het ook bij het Urgenda- arrest. Dit verloop zagen we eerder bij bijvoorbeeld de SGP-zaak (over passief kiesrecht voor vrouwen, red.) en bij de eerste zaak over euthanasie. Daar komt voor de Urgenda-zaak nog bij dat Ne- derland het eerste land was waar de hoogste rechter een uitspraak deed over klimaat. Later volgden Frankrijk, België en Duitsland met soortgelijke zaken. Be- denk ook dat de Hoge Raad niet zegt welke maatregelen moeten worden ge- nomen. Dat is aan de regering. De Hoge Raad heeft gezegd dat de overheid aan haar juridische verplichtingen kan wor- den gehouden.” Hoe urgenter het onderwerp is, hoe meer ruimte de Hoge Raad kan nemen? “Dat is niet wat gebeurt. De rechter moet rechtspraak bieden in de zaken die aan hem worden voorgelegd in de omstan- digheden waarin de samenleving ver- “DE ONAFHANKELIJKE RECHTSPRAAK KOMT AF EN TOE IN DE KNEL, LEERT DE GESCHIEDENIS”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=