Mr.
MR. 6 2021 / 23 interview WIE IS DINEKE DE GROOT? Dineke de Groot (Haarlem, 1965) studeerde rechten en letteren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Na haar studie werd ze rechterlijk ambtenaar in opleiding (raio). In het kader daarvan werkte ze bij de rechtbank Rotterdam, de Raad van State, het parket Amsterdam en in de advocatuur in Amsterdam. Van 1997 tot 2007 was ze rechter bij de rechtbank Amsterdam en tussen 2007 en 2012 senior rechter. In december 2008 promoveerde De Groot aan de Vrije Universiteit op het proefschrift Het deskundigenadvies in de civiele procedure (cum laude) Sinds 2011 is ze ook bijzonder hoogle- raar Rechtspraak en conflictoplossing aan de VU. In 2012 begon ze als raadsheer bij de Hoge Raad, in 2018 werd ze vicepresident. Sinds 1 november 2020 is De Groot president van Hoge Raad. Dat is formeel een benoeming voor het leven, maar binnen de Hoge Raad geldt de afspraak dat een president na zo’n zes jaar terugtreedt uit die functie. De Groot behandelt ook regelmatig zaken, in de civiele kamer. keert. De wereld wordt ingewikkelder en de rechter moet daarin meebewegen. De rechter, de regering, het parlement en de samenleving zoeken allemaal naar moge- lijkheden om binnen hun rol in de rechts- staat om te gaan met veranderende om- standigheden in onze leefomgeving.” Daarvoor moet je je voelhorens uitsteken in de samenleving. Hoe doet de Hoge Raad dat? “We hebben het grote voordeel dat het parket bij de Hoge Raad ons adviseert in zaken die ons worden voorgelegd. De advocaten-generaal hebben bij uit- stek de mogelijkheid om informatie te vergaren en grondig uit te zoeken waar een zaak over gaat, en de Hoge Raad daarover in de volle breedte en diepte voor te lichten. Natuurlijk blijven we op zoek naar mogelijkheden om contact met de samenleving te hebben, maar de core business van de Hoge Raad is uit- eindelijk zaken behandelen en daarin een beslissing nemen. Daar past niet bij dat je in het kader van de behandeling van een zaak actief gaat zoeken naar in- formatie, als de partijen in de zaak daarvan geen kennis meer kunnen ne- men voordat de Hoge Raad beslist. De Hoge Raad werkt wel met zoge- noemde contactraadsheren die als con- tactpunt verbonden zijn aan een recht- bank of hof. Niet om over de inhoud van concrete zaken te praten, dat kan niet, maar wel om meer inzicht te krij- gen in welke zaken bij de rechters in feitelijke instanties spelen en op welke maatschappelijke onderwerpen een antwoord van de rechter wordt ver- langd. De Toeslagenaffaire heeft onder- streept hoe belangrijk het is dat rech- ters met elkaar ook over dilemma’s in de rechtspraktijk spreken.” In de Toeslagenaffaire schoot de rechterlij- ke macht tekort bij het beschermen van de burger. De parlementaire onderzoeks- commissie deed een oproep aan alle insti- tuties om te reflecteren op wat er mis ging. Wat heeft de Hoge Raad gedaan met die oproep? “Wij hebben de reflectie geïntegreerd in het normale overleg dat we binnen de verschillende kamers hebben. Af en toe moet je met elkaar praten over hoe je kijkt naar zaken en of de tegenspraak op orde is. Dat gebeurde al bij de Hoge Raad toen ik er kwam werken. Dan heb ik het over 2012, dus al gerui- me tijd.” ONRECHT Ook de Hoge Raad krijgt te maken met situaties waarin toepassing van het recht tot onrecht kan leiden. De Groot verwijst naar een recent arrest van de belastingkamer, van 5 november 2021. In die zaak had een belastingplichtige zich bij een besluit over een lijfrentepo- lis gebaseerd op een mededeling op de website van de Belastingdienst, die ach- teraf bezien niet juist was. De inspec- teur legde op basis van juiste wetstoe- passing een aanslag op. De belastingplichtige vond dat hij werd be- nadeeld en kreeg gelijk bij de recht- bank, het gerechtshof en de Hoge Raad. De Groot: “De Hoge Raad oordeelde dat in deze situatie het vertrouwensbe- ginsel zoals toegepast in een arrest uit 1979 de belastingplichtige geen voor- deel bracht. Over de betekenis van dat arrest voor deze zaak was de procedure tot dan toe gegaan. De Hoge Raad heeft in deze zaak zijn vaste rechtspraak her- zien. Een beroep op vertrouwen gewekt door informatie van de Belastingdienst in een situatie als van deze belastingplichtige kan voortaan wel sla- gen, dus naar de rechtsopvattingen van nu.” PUBLICITEIT Begin oktober vorig jaar publiceerde Mr. online een journalistiek portret van de toen aankomend president Dineke de Groot. De geïnterviewden waren alle- maal lovend over haar werk en optimis- tisch over haar presidentschap. Ze ver- wachtten veel op het gebied van “DE TOESLAGENAFFAIRE ONDERSTREEPT DAT RECHTERS OVER DILEMMA’S MOETEN PRATEN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=