Mr.
MR. 6 2021 / 9 nieuws Het ‘Beter Bezwaar Spel’ leert ambtena- ren die bezwaarjuris- ten afhandelen om na te denken over hun beroepshouding en daardoor behan- delmethodes van bezwaarschriften te gebruiken die beter werken. De beroepshouding van bezwaarjuristen blijkt een belangrijke factor bij de behandeling van bezwaarschriften. “Een simpel telefoontje naar een be - zwaarmaker kan al heel wat kou uit de lucht halen. Maar bellen voelt vaak wat ongemakkelijk – en vraagt eigenlijk een andere beroepshouding”, aldus Arnt Mein, lector legal management aan de Hogeschool van Amsterdam. Met dat idee in het achterhoofd ontwikkelde hij met een aantal gemeentejuristen het Beter Bezwaar Spel. Het is een klassiek bordspel waarbij de deelnemers om de beurt een kaart nemen (inclusief ‘wildcards’) en de kwestie daarop bespreken: waarom bel ik wel of niet naar de bezwaarmaker? En als ik bel: met welk doel? Maar ook: ga ik eerst overleggen met de vakafdeling die het besluit inhoudelijk heeft voor - bereid? Zo kunnen drie rondes worden doorlopen: intervisie (over de huidige manier van werken), actie (experimenteren met nieuwe vormen van be - zwaarbehandeling) en reflectie (nagaan of die vormen een verbetering zijn). Volgens Mein leren bezwaarjuristen hierdoor bewust te kiezen voor hun rol, en niet ‘zo maar’ iets te doen omdat ze het altijd zo hebben gedaan. (MK) Collectieve schaderegelingen zijn vaak niet goed doordacht, onvoldoende uitgewerkt en schieten hun doel voorbij. Dat concludeert Christiaan Ruppert in de studie ‘Regelingen voor collectieve schade. Geef slachtoffers erkenning’. De onderzoeker, rechtshistoricus en gastonderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechts - handhaving, analyseerde 44 schaderegelingen die de Nederlandse overheid sinds 1945 trof. Hij bekeek onder meer de regelingen naar aanleiding van de vuurwerk- ramp in Enschede, de aardbevingen in Groningen, de chroom-6-affaire en de Toeslagenaffaire. Ruppert kwam tot de conclusie dat de bestudeerde re - gelingen de slachtoffers vaak onvoldoende erkenning geven voor wat hen is overkomen, terwijl dat juist be - langrijk is voor hun herstel. Slechts een kwart van de regelingen heeft daadwerkelijk tot erkenning geleid, de helft deels en een kwart helemaal niet. En juist de meest recente regelingen (de Toeslagenaffaire en de aardbe - vingsschade) hebben maar in geringe mate tot erken - ning geleid, schrijft Ruppert. De belangrijkste aanbeveling uit de studie is dat de erkenning van de slachtoffers een centrale plek moet krijgen in collectieve schaderegelingen en dat slachtof - fers veel meer moeten worden betrokken bij de opstel - ling van die regelingen. BORDSPEL VOOR BEZWAARJURISTEN COLLECTIEVE SCHADEREGELING SCHIET VAAK DOEL VOORBIJ GERECHTSSECRETARISSEN BLIJ MET BLIJK VAN ERKENNING genrecht. “Ere wie ere toekomt”, schrijven anderen. “Volledig terecht”, vindt ook een senior rech - ter de expliciete erkenning. “Veel mensen denken ten onrechte dat de griffier alleen typt, maar in bijna alle gevallen gaat het om een afgestudeerd jurist die het dossier net zo goed kent als de rechter.” Zij zal de discussie over het benoemen van de samenwerking binnen haar rechtbank aanzwengelen, belooft ze. Ook enkele andere juristen melden dat ze intern de uitspraken gaan bekijken. SALARIS “Blijft jammer dat het werk van een griffier onvoldoende waardering krijgt”, schrijft een senior juridisch medewerker, die daarbij ook wijst naar het loon van gerechtssecreta - rissen. “Tekenend is het dat het salaris blijft steken op schaal 10, uitgezonderd de zogehe - ten ‘specialist’ die zich toelegt op fraude en milieu.” (AB) Een rechter van de rechtbank Midden- Nederland schreef recent in een uitspraak dat die in samenwerking met de griffier tot stand was gekomen. Griffiers reageren tevreden op deze “blijk van erkenning”. “Dit is de beslissing van de rechtbank, geno - men door ..., in samenwerking met ..., grif - fier”, staat onder de uitspraak. Zo’n slotzin is ongebruikelijk, constateert Mr. na een kort onderzoek naar jurisprudentie van de Hoge Raad, verschillende rechtbanken en ge - rechtshoven. Meestal staat er “in het open - baar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier” of “de uitspraak is gedaan in aan - wezigheid van ...”. Soms staat er “bijgestaan door de griffier”. Vaak wordt de griffier hele - maal niet genoemd. MOOIE ONTWIKKELING “De zin ontroerde me”, schreef familierecht - advocaat Jolande ter Avest op LinkedIn. Ze dacht daarbij terug aan de gerechtssecreta - ris die haar begeleidde tijdens haar eerste periode als rechterlijk ambtenaar in opleiding bij de rechtbank. Door ‘in samenwerking met’ te gebruiken erkent de rechtbank de belang - rijke ondersteunende rol van griffiers in de rechtspraak, stelt zij. Verschillende griffiers en oud-griffiers reage - ren op LinkedIn enthousiast op het noemen van de samenwerking. “Meestal is het ook echt teamwork”, aldus een jurist vreemdelin -
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=