Mr.

MR. 5 2022 / 49 fraude “ALS IEMAND DE BOEL ECHT WIL BELAZEREN, KUN JE DAAR MEESTAL NIET VEEL TEGEN DOEN” Rijcken de notariële tak heeft afgestoten) heeft het BFT op de naleving toegezien. Dit ging onder meer over het aanpassen en naleven van de financiële en administratieve processen van het kantoor en het helder inrichten van een compliancefunctie. Overigens hield ook de Haagse deken hield (verscherpt) toezicht, en dan op de advocaten van Pels Rijcken. Ook heeft het BFT de afgelopen tijd de samenwerking geïntensiveerd met andere instanties die een rol kunnen hebben bij het signaleren en voorkomen van misstanden, zoals het Openbaar Ministerie, de Nederlandse Orde van Advocaten en de banken. De Groot: “Er gaat een preventieve werking uit van zichtbare aanwezigheid van het BFT en van bewustwording van de bestaande wet- en regelgeving.” RISICOGERICHT TOEZICHT Naar aanleiding van deze fraudezaak heeft het BFT zijn risicogerichte toezicht op grote kantoren en kantoren met interdisciplinaire samenwerkingsverbanden herzien en de onderzoeksfrequentie in 2021 al verhoogd. “Hierbij krijgt niet alleen de inrichting, maar ook de werking van de administratieve procedures meer aandacht”, licht De Groot toe. Een positief effect is volgens haar dat het notariaat nu nog meer belang hecht aan de invulling van de compliance- en auditfunctie.” De Groot tekent daar bij aan dat fraude ook op kleine kantoren kan plaatsvinden. Volgens Ploumen is het risico op fraude onafhankelijk van de grootte en samenstelling van een kantoor. “Je kunt je risico’s beperken door je kantoororganisatie op orde te houden”, meent zij. “Of je nu groot, klein, gemengd of niet bent, je moet duidelijke afspraken en protocollen maken, de awareness moet er zijn.” Ze voegt daaraan toe dat de KNB proactief interne audits uitvoert bij alle kantoren, groot en klein. VERTROUWENSCULTUUR Of het partnermodel, waarin onderling vertrouwen de basis is, een voedingsbodem kan zijn voor malversaties kan advocatuurwatcher Maarten de Haas niet zeggen. “Pels Rijcken was geen standaard voor de sector”, meent De Haas, die kantoordirecteur van Boekel en consultant bij Rvdb was en nu actief is als zelfstandig adviseur. “Het onderling vertrouwen leek mij bij Pels Rijcken redelijk hoog. Dat is nu in heel hoog tempo aangevuld met controles. En dat zal waarschijnlijk ook zo zijn bij andere kantoren waar veel onderling vertrouwen is.” Kantoren die hun zaken niet op orde hebben vormen volgens De Haas een minderheid. “Die zullen zeker geschrokken zijn. Ze weten van zichzelf dat ze kwetsbaar zijn, zijn door de kwestie Pels Rijcken met de neus op de feiten gedrukt en hebben een aantal controlevereisten aangescherpt. In elk geval bij transacties boven een bepaalde waarde, het oprichten van een vennootschap en het veranderen van statuten zal toestemming van een andere partner nodig zijn. Typisch voor organisaties als Pels Rijcken is dat de controller of iemand anders die verdachte zaken signaleert, niet snel gehoor krijgt of zich niet makkelijk uitspreekt. Ik denk dat deze posities de afgelopen tijd versterkt zijn. Dat de nietpartners en de niet-advocaten een belangrijkere signalerings- of controlefunctie krijgen en dat er beter naar hen wordt geluisterd.” Verhoudingsgewijs komt de vertrouwenscultuur onder partners het vaakst voor bij kleine kantoren, zegt De Haas. “Daar zijn formele mechanismes minder ontwikkeld. Aan de andere kant: bij Pels Rijcken kon Oranje zich voor een deel aan het toezicht van het BFT onttrekken omdat hij niet alleen optrad als notaris, maar ook als bestuurder. Dat risico heb je bij kleine kantoren minder.” Annerie Ploumen noemt het onderling vertrouwen de basis van het partnermodel. “Ik zie dat niet als iets negatiefs. Om te voorkomen dat het vertrouwen geschonden wordt, kun je zaken meer formaliseren en externe controles laten doen. Maar om nu het partnermodel ter discussie te stellen, gaat mij te ver.” GEZOND EVENWICHT Volgens Yolanda de Groot blijkt uit deze zaak dat het hebben van een open kantoorcultuur van belang is, waarbij er een gezond evenwicht moet zijn tussen onderling vertrouwen en het hebben van een eigen verantwoordelijkheid, zeker als onafhankelijk beroepsbeoefenaar. Maarten de Haas denkt dat er niet veel is veranderd sinds de kwestie Pels Rijcken begon te spelen. “De meeste kantoren hadden de controlemechanismen redelijk op orde. Idealiter moet de compliance officer of controller toestemming geven voor grote transacties, maar zover zullen kantoren zeker nooit gaan. Het is meer signaleren, zorgen dat de regels bekend zijn en dat er op wordt gecontroleerd. Het bestuur moet dan actie ondernemen.” Maar ja, bij Pels Rijcken was Oranje het bestuur. De Haas: “Inderdaad. Hij was zelf de controlerende instantie, en dat is vragen om moeilijkheden.” Maar hij zegt ook: “Als iemand echt de boel wil belazeren, kun je daar meestal niet zoveel tegen beginnen. Je kunt de gelegenheid beperken, maar je houdt altijd risico’s. Kijk maar naar het bankwezen. Daar zijn tienduizenden mensen aan het werk in de strijd tegen witwassen, maar het lijkt niet zoveel uit te halen.” • Maarten de Haas (zelfstandig adviseur)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=