Mr.

MR. 6 2022 / 53 rechtspraak KINDERRECHTER: EEN EEUW OUD In 1922 werd de Burgerlijke Kinderwet uitgebreid. Toen is de ondertoezichtstelling (ots) ingevoerd en tegelijk daarmee (op 1 november 1922) het instituut van de kinderrechter. Er moest een rechter komen die belast werd met beslissingen over opvoedingszaken en de toepassing van de uiteenlopende strafrechtelijke sancties aan minderjarigen. IIn een gezagskwestie schrijft de rechtbank Overijssel in de zomer van 2021 een keurige beschikking met een uitgebreide juridische argumentatie. Maar de rechter stuurt ook een brief aan de minderjarige waarin staat waarom de uitspraak zo is uitgevallen. In jij-vorm, met eenvoudige woorden en korte zinnen – iets wat een jongere zeker kan begrijpen. De brief eindigt bijvoorbeeld met: “Voor nu wil ik je voor de komende tijd veel succes wensen: met het laatste schooljaar, met het werken aan de onrust en onzekerheid in jezelf en met de hulpverlening om wat er allemaal in jou omgaat een plek te geven.” Op de sociale media roept dat de brief veel positieve reacties op: “Een empathische rechter.” Begin 2022 behandelt het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het verzoek van een dertienjarige die uit huis is geplaatst. Het kind wil dat niet en vraagt het hof de machtiging van de kinderrechter te vernietigen. In de motivering schrijven de raadsheren dat het belangrijk is dat de minderjarige de overwegingen goed begrijpt. Daarom gebruikt het hof minder jargon, wordt niet verwezen naar wetsartikelen of jurisprudentie en wordt het kind aangesproken met ‘jij’. Dat leidt tot zinnen als: “Dan de vraag hoe lang de machtiging tot gesloten uithuisplaatsing nog moet duren. Jij hebt de laatste weken laten zien, dat je steeds naar school bent gegaan en dat je goed luistert naar je begeleiders. Het hof zal daarom de afgegeven machtiging gesloten plaatsing in duur bekorten.” Kindvriendelijke uitspraken en beschikkingen met een kindvriendelijke paragraaf – ze zijn bezig met een voorzichtige opmars. Op rechtspraak.nl komt het woord ‘kindvriendelijk’ bijna vierhonderd keer voor, maar dat betreft lang niet allemaal beschikkingen. Het precieze aantal kindvriendelijke uitspraken is niet te achterhalen, ook al omdat lang niet alles wordt gepubliceerd. WETTELIJKE WAARBORGEN Susanne Tempel, rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant en woordvoerder familie- en jeugdrecht namens de Rechtspraak, schrijft soms kindvriendelijke beschikkingen in kinderbeschermingszaken, en deed dat eerder ook wel eens in een strafzaak. “Bij kinderbeschermingszaken wordt vaak mondeling beslist in het bijzijn van de minderjarige. Dat is altijd al kindvriendelijk. Wel staat het in de schriftelijke bevestiging vaak veel formeler. Ouders en kinderen moeten het wel kunnen begrijpen.” Vandaar dat zij zich inzet om die kindvriendelijke slag te maken. Dat is niet onopgemerkt gebleven. Alexander Leuftink, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Familie- en Erfrecht Advocaten Echtscheidingsmediators (vFAS), constateert dat kindvriendelijke uitspraken ‘in opkomst’ zijn. Dat past in een trend, nu meer rechters in z’n algemeenheid vaker jip- en-janneketaal hanteren, aldus Leuftink. “Kindvriendelijke uitspraken komen tegemoet aan de wettelijke waarborgen dat het kind moet worden gehoord. Je ziet het vooral bij zorgverdeling: kinderen worden door de rechter gehoord of mogen een brief aan de rechter schrijven. Voor het kind is het wel een open einde wat ermee gebeurt, want de rechter beslist niet altijd zoals het kind het graag heeft. Maar kindvriendelijk opschrijven is een goede ontwikkeling.” Kindvriendelijk schrijven heeft nog niet overal doorgezet. In de elf jaar dat Diana Mans (Mans Advocatuur) familierechtadvocaat is, heeft ze niet één keer een kindvriendelijke beschikking voorbij zien komen. En van collega-advocaten in voornamelijk arrondissement Limburg hoort ze er ook nooit van. “Soms wel een opdracht aan de ouders: ga na zeven jaar strijd maar eens op de stoel van de kinderen zitten, bekijk de zaak eens vanuit hún perspectief. Kinderen worden zo wel bij zaken betrokken, maar er wordt niet rechtstreeks naar een kind gecommuniceerd. De woordkeus wordt ook niet aangepast.” KWETSBAAR Voor rechter Tempel en haar collega’s is het kindvriendelijk opschrijven wel een ‘uitdaging’. “Het is een andere manier van werken. Voor ons en voor juridisch medewerkers is het makkelijker om op de juridische, ons bekende manier, te schrijven.” Zelf begon ze er in 2017 mee, geïnspireerd door een andere rechter. “Ik dacht nog: zo kan het dus óók, wat mooi. Een gesprek op zitting met een minderjarige verloopt ook ‘kindvriendelijk’, waarom schrijven we het nadien dan totaal anders op? We waren wel al bezig om vonnissen in begrijpelijke taal te schrijven, maar toch verzand je snel in juridische, te ingewikkelde taal. Bij kindvriendelijk schrijven moet je met de billen bloot. Als je dan een foutje maakt, dan kan iedereen dat zien. Niemand leest daar overheen. Het is ook best spannend om te doen, want je verlaat je normale taalgebruik en je treedt buiten je comfortzone. Dat maakt je ook kwetsbaar.” De meeste rechters hebben cursussen gehad over het gebruik van begrijpelijke taal in vonnissen. Die gaan over begrijpelijke woorden, begrijpelijke zinsconstructies en begrijpelijke tekstopbouw. Toch is die invulling ook persoonlijk, zegt Tempel. “Als ik aan een beslissing Susanne Tempel (rechtbank Zeeland-West-Brabant)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=