MR. 6 2022 / 55 rechtspraak al die gevallen dat een kind is gehoord. Maar die verhoren zélf vindt ze ook niet altijd even kindvriendelijk. “Het gebeurt vaak pal voor de zitting. Ouders zitten ieder met hun advocaat op de gang te wachten, kinderen weten niet goed bij welke ouder ze moeten zitten of ze durven niet naar de andere ouder te gaan. Je voelt de hoogspanning. Daarna moet het kind naar binnen om zijn verhaal te vertellen. Dat is toch wel belastend. Dat horen zou ook op een ander tijdstip moeten kunnen, wanneer het kind niet wordt geconfronteerd met beide ouders. Als advocaat kun je het kind niet adviseren, je staat of de vader of de moeder bij. Met de kinderen praat je niet; als een ouder mij vraagt wat het kind het beste kan zeggen antwoord ik: ‘Zijn eigen mening’.” OP HUN GEMAK Dat horen moet ook weer niet doorschieten, vindt Leuftink. Vanaf hun zestiende mogen kinderen ook iets vinden van alimentatiezaken en worden daarover ook verplicht gehoord. “Dat staat zo in het procesreglement en dat vinden wij raar. Wat moet je als kind vinden van de vraag of vader of moeder kinderalimentatie moeten betalen? Dat is een stap te ver. Je belast het kind te veel met de financiën van ouders.” Een verhoor direct voorafgaand aan de zitting heeft Mans niet alleen meegemaakt in Limburg, maar ook in OostBrabant, bij de rechtbank en het hof. werk, dan zet ik in mijn hoofd de dialoog voort met het kind. In dat gesprek merk je wat wel en niet goed aankomt, zo werk ik ook aan de kindvriendelijke beschikking.” Na een aantal keren ging het haar steeds beter af. “Maar je moet wel vaak de gebaande paden verlaten. Toen we dat eens deden in een meervoudigekamerstrafzaak kostte dat aardig wat tijd en energie.” Voor Leuftink telt niet alleen de inhoud, maar ook de vorm. Wat hij nog te vaak ziet is dat onder de ‘normale’ beschikking een kindvriendelijke samenvatting staat. En als het kind de samenvatting leest, leest het misschien toch het hele verhaal. “Dat is eigenlijk niet de bedoeling”, zegt Leuftink. “Het kind leest dan alles over de achterliggende problematiek, over ruzies en financieel gedoe. Daar moet je het kind niet mee belasten. Het is beter wanneer de kindvriendelijke motivering een aparte bijlage bij de uitspraak is. Het hele idee van kindvriendelijke uitspraken is goed, kinderen worden meer betrokken bij hun deel van de zaak, maar de uitwerking ervan kan beter.” PRETTIG TE LEZEN Dat wordt erkend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, én er wordt al naar gehandeld. Daar hanteert het team nu twee methoden: de hele beschikking kindvriendelijk, of een aparte overweging op die manier. Die laatste wordt dan in een brief naar de minderjarige gestuurd, die dus niet wordt geconfronteerd met allerlei problemen tussen de ouders of met hulpverleners. “Zo zorgen we dat er geen licht komt tussen de brief en de beschikking”, zegt Tempel. Leuftink vermoedt dat tegenwoordig in zo’n veertig procent van de beschikkingen die direct gaan over de rechtspositie van minderjarigen, een kindvriendelijke beschikking – of op z’n minst een kindvriendelijke passage – wordt geschreven. Lokaal beleid of landelijk beleid zit er niet achter, het is meer de individuele rechter die dit zo doet. Maar de Rechtspraak zou dit wel standaard moeten doen, vindt Leuftink, zelf familierechtadvocaat bij LINK Advocaten. “Kindvriendelijke uitspraken zouden altijd moeten worden gedaan bij een zorg- en omgangsregeling, en natuurlijk als het kind door een rechter is gehoord.” Over de kwaliteit van kindvriendelijke uitspraken is Leuftink wel tevreden. “Ze zijn prettig te lezen. Rechters doen hun best om het goed op te schrijven. Wel schieten ze soms door in te véél Jip en Janneke, de uitspraak moet evengoed juridisch duidelijk zijn. Maar het is afhankelijk van de leeftijd en het schooltype van kind. Het is lastig in te schatten of de boodschap aan komt.” HOREN VAN KINDEREN Mans heeft ook zorgen over het horen van kinderen. Dat begint al met de uitnodiging van de rechtbank: die wordt naar de ouder gestuurd. “Er zijn ouders die dat achterhouden, want sommigen vinden het in hun eigen belang dat het kind niet te veel vertelt. Dan gaat de brief terug met een kruisje: ik zie af van gehoord te worden. En als een kind in plaats daarvan een brief aan de rechter schrijft, dan kan die door een ouder worden ingefluisterd. Daar wordt dan geen actie op ondernomen, maar dat is ook bijna niet te doen. Het zijn wel gemiste kansen voor kinderen.” Dit doet zich niet overal voor, weet Leuftink. Komt er geen reactie van het kind, dan vraagt de rechter daar op zitting naar, zo is zijn ervaring. Ook kan de rechter na de zitting nog met het kind praten. “Het klopt dat je bij een brief van het kind vraagtekens kunt plaatsen. Daar kan best een van de ouders achter zitten. Rechters hechten dan ook meer waarde aan wat een kind mondeling verklaart. En als een brief te veel volwassen taal bevat, dan zal de rechter die terzijde schuiven.” Mans vindt, net als Leuftink, dat er kindvriendelijke uitspraken moeten komen in Diana Mans (Mans Advocatuur) “GELUKKIG DOEN SOMMIGE RECHTERS HUN TOGA UIT ALS ZE MET EEN KIND PRATEN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=