Mr.

MR. 6 2022 / 57 der toga. Maar het moet een prettig gesprek worden en als je je als rechter niet fijn voelt zonder die toga, dan wil je die vooral aanhouden. Er zijn dus voorkeuren, maar dat is niet van hogerhand dwingend opgelegd. Er is ruimte voor eigen inbreng en eigen aanpak.” Tempel bespeurt vooral enthousiasme onder collega’s voor de kindvriendelijke uitspraken. Maar landelijk beleid is er “Rechters die kinderen horen doen het wel goed. Maar de organisatie van het gesprek geeft wel veel druk. Je moet niet pal voor de zitting even het kind ertussen schuiven. Die kritiek hoor ik ook van andere advocaten. Ik zie ook dat sommige rechters hun toga aan hebben, of van achter hun tafel in de zittingszaal met het kind spreken. Dat maakt veel indruk op kinderen. Gelukkig doen sommige rechters hun toga uit en praten met het kind in een aparte kamer. Dat maakt het veel laagdrempeliger en kinderen zijn dan meer op hun gemak.” Maar kinderen helpen of begeleiden, dat is weer niet de rol van de advocaat. Leuftink: “Wij mogen niet zomaar met een kind praten. Daarvoor is toestemming van de ouders nodig en dat is lastig als er een gezagskwestie speelt. We kunnen wel de ouder laten weten dat ze de beslissing van de rechtbank op de juiste, inhoudelijk kloppende manier aan het kind vertellen.” TERUGKOPPELING Susanne Tempel herkent die kritiek wel. “We hanteren professionele standaarden over hoe kinderen bij voorkeur worden gehoord. Het liefst doen we dat op een andere dag om die belastende omgeving op de gang te vermijden. Maar soms zijn de afstanden voor ouders en kinderen naar de rechtbank erg groot. Het is ook behoorlijk belastend om op twee dagen naar de rechtbank te gaan. Een gesprek met kinderen is misschien het beste zonniet. “Het verschilt van rechtbank tot rechtbank en van rechter tot rechter. Het blijft mensenwerk. We leren wel steeds meer van elkaar.” Eén hobbel is nog niet genomen: “Een terugkoppeling vindt vrijwel nooit plaats. Kinderen, ouders en advocaten laten eigenlijk nooit weten wat ze van een kindvriendelijke uitspraak vinden. Of deze methode werkt, is dus niet onderzocht.” • rechtspraak Alexander Leuftink (LINK Advocaten/vFAS) VIJF TIPS VOOR KINDVRIENDELIJKER UITSPRAKEN Neerlandica Mascha Furth verzorgt trainingen in begrijpelijk en overtuigend schrijven en argumenteren. Zo geeft ze bij de SSR trainingen ‘Helder en overtuigend motiveren van uitspraken’ aan rechters en juridisch medewerkers. Speciaal voor Mr. stelde ze vijf tips op voor het schrijven van kindvriendelijke uitspraken. 1. Kondig het geschil aan Kondig het geschil duidelijk en concreet aan, zodat de minderjarige houvast krijgt om de rest van de tekst te begrijpen. Te abstract en ingewikkeld geformuleerd is: Het verzoek van de GI (gecertificeerde instelling, red.) om een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van de ondertoezichtstelling, is thans aan de orde. Een minderjarige zal het volgende voorbeeld veel beter begrijpen: Wat wil Anna? Anna wil dat de kinderrechter bepaalt dat zij bij haar vader mag blijven wonen. 2. Vertaal het toetsingskader in gewone woorden Leg in ‘gewone’, niet-juridische taal uit welk kader is getoetst. Hier houdt de rechtbank bijvoorbeeld geen rekening met het kind: Op grond van artikel 1:262b van het BW kan een minderjarige ouder dan twaalf geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen voorleggen aan de kinderrechter. Een kader in kindvriendelijke taal uitgelegd: Volgens de wet kan de kinderrechter een kind gesloten plaatsen als er grote problemen zijn. Die problemen moeten zo groot zijn dat het eigenlijk niet goed lukt om een kind thuis op te voeden. Als de problemen niet worden opgelost, wordt het kind geen fijne volwassene. Er kan altijd een verwijzing naar de wet worden toegevoegd, maar het hoeft niet. 3. Zeg direct waar het op staat Via feiten naar het standpunt schrijven is erg omslachtig. Begin direct met het standpunt: De rechtbank wijst het verzoek toe. De ontwikkeling van Tom wordt namelijk ernstig bedreigd. Toms moeder laat Tom niet naar school gaan, en dat vindt de rechtbank schadelijk voor Tom. 4. Leg juridische begrippen uit Vermijd ouderwetse en moeilijke woorden. Moeilijke begrippen zijn soms nodig voor de juridische betekenis. Weglaten hoeft niet, maar geef wel uitleg. Zoals: De beslissing van de kinderrechter gaat meteen in, ook als iemand het er niet mee eens is en in hoger beroep gaat. In het dictum komt de term ‘uitvoerbaar bij voorraad’ wel weer terug. 5. Houd het kort Omslachtig taalgebruik maakt de tekst onnodig ingewikkeld: De moeder heeft op geen enkele manier contact met Ryan. Volgens de GI kan er sprake zijn van opbouw in het contact tussen Ryan en zijn moeder. Houd het kort: De moeder heeft geen contact met Ryan. Volgens de GI kunnen Ryan en zijn moeder het contact wel opbouwen. Mascha Furth

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=