Mr.

MR. 6 2022 / 9 Ga voor actueel juridisch nieuws en uitgebreidere versies van deze berichten naar www.mr-online.nl BW WORDT MINDER MANNELIJK Het geheel genderneutraal maken van het Burgerlijk Wetboek zou een majeure wetgevingsoperatie vergen, blijkt na een inventarisatie. Wel worden termen met een specifiek mannelijke connotatie zoveel mogelijk vervangen, blijkt uit een brief van minister Weerwind (Rechtsbescherming) aan de Tweede Kamer. De minister onderscheidt drie vormen van niet-genderneutraal taalgebruik.De eerste categorie, het benoemen van gender in een regeling, gaat om termen die voortkomen uit het van oudsher gemaakte binaire onderscheid tussen man en vrouw, met soms juridische consequenties. Tussen ‘moeder’ en ‘vader’ bestaat bijvoorbeeld verschil in rechtsgevolg, gelet op het afstammingsrecht. De minister acht het wenselijk noch proportioneel om dit te herijken door vervanging van de termen door ‘ouder’. De tweede groep genderspecifieke termen zijn die met een onmiskenbare connotatie, zoals ‘voorman’ en ‘goed huisvader’. Deze termen nopen volgens Weerwind tot een wetswijziging. Eenvoudige aanpassingen worden meegenomen in een verzamelwet. De ‘raadsheer’ laat zich wat lastiger de deur wijzen, nu deze in verscheidene wetten is opgenomen en de herziening daarom grote gevolgen zou hebben voor de rechtspraktijk. Hierover gaat Weerwind in gesprek. Ten derde is gekeken naar het algemeen taalgebruik vanuit het oogpunt van sekse- en genderinclusiviteit, waarvoor het eerste boek van het BW is doorgevlooid. Uit de inventarisatie blijkt dat vaak mannelijke voornaamwoorden worden gebruikt als wordt gesproken over bijvoorbeeld rechter of curator. Het woordgeslacht van deze personen of functies is in taalkundig opzicht mannelijk, maar kan als “nietpassend en niet-inclusief” worden ervaren. Wijziging wordt echter – hoewel “principieel wenselijk” – niet opportuun geacht. Alleen al in Boek 1 zou daarvoor bijna de helft van alle bepalingen moeten worden herschreven. Bovendien bestaat het risico dat formuleringen taalkundig onjuist worden of dat onduidelijkheid ontstaat over de betekenis, terwijl zich in de toepassing geen problemen voordoen. Wel staat vast dat nieuwe wetten genderneutraal geformuleerd moeten worden. BLIJ Advocaat Rosa van Zijl, die met een aantal andere juristen opriep tot genderneutrale overheidstaal, toont zich op LinkedIn blij met de brief. “Small steps leiden tot giant leaps op de weg naar inclusieve juridische taal! Fantastisch bericht!” (SM) nieuws Een schikking leidt in veel gevallen toch niet tot tevredenheid bij de betrokkenen. Lucas Lieverse doet in zijn proefschrift ‘De gang op gestuurd’, waarop hij promoveerde aan de Universiteit Utrecht, aanbevelingen om hierin verandering te brengen. Een schikking is in veel gevallen de te prefereren afloop van een rechtszaak. Maar vaak heeft een schikking geen pacificerende werking en sluimert het onderliggende conflict door. Lieverse, verbonden aan Zuyd Hogeschool, onderzocht verbeteringsmogelijkheden in het kader van zijn proefschrift. De rechtswetenschapper observeerde 24 zaken, in Utrecht en Limburg, waarvan er in zes gevallen werd geschikt. Hierbij luisterde hij tevens mee op de gang, want dat is de plek waar schikkingen tijdens de schorsing vorm krijgen. Rechters en advocaten kunnen een bijdrage leveren aan succesvoller schikken, meent Lieverse. Zo zou de rechter meer aan verwachtingsmanagement moeten doen. “Veel mensen zijn principieel als ze voor de rechter staan, ze zien hun zaak vaak als zwart-wit.” Wanneer de rechter hen dan ‘de gang opstuurt’, is er behoefte aan meer begeleiding dan alleen de mededeling dat ‘van een kale kip niet te plukken valt’. Advocaten kunnen ook hun steentje bijdragen: praten, luisteren, afstemmen. Volgens Lieverse, oud-advocaat, verdient de kunst van het schikken meer aandacht in de advocatenopleiding. “Het doen van een openingsbod, het onderzoeken van de belangen van partijen is een vorm van onderhandelen” terwijl advocaten nu toch vooral worden opgeleid om de juridische puzzel te leggen. BREDE DISCUSSIE Schikken leidt lang niet altijd tot tevredenheid in beide kampen. Ook hier is ruimte voor verbetering, denkt Lieverse. Maar de fundamentele vraag of rechters en raadslieden zich meer zouden moeten bezighouden met ‘bemiddeling’, durft hij niet te beantwoorden. Dat vergt nader onderzoek en een brede discussie over de taakopvattingen. ‘SCHIKKEN IN RECHTSZAKEN KAN VEEL BETER’

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=