MR. 3 2024 / 39 strafrecht Strafpleiters zijn bezorgd over de invloed die de slachtoffer- of nabestaandenadvocaat heeft in rechtszaken. Zij zouden zich steeds meer profileren als extra aanklager in de rechtszaal. Zorgt de rol van de slachtofferadvocaat zo langzamerhand voor een onevenwichtig strafproces? Zelf herkennen zij zich niet in dit geluid. door Joost van der Wegen foto Geert Snoeijer Zodra de slachtofferadvocaat zich gaat bemoeien met de feitenvaststelling in een zaak, krijg je een tweede officier van justitie in de zaal.” De Eindhovense strafrechtadvocaat Guy Koppen (Koppen & Lut advocaten) raakt steeds vaker gefrustreerd door de wijze waarop slachtofferadvocaten in zaken waarbij hij is betrokken opereren. Hij ervoer dat onlangs nog in een zedenzaak, waarin hij werd beschuldigd van victim blaming, omdat hij opmerkte dat een slachtoffer in de zaak de waarheid wellicht niet vertelde over door de verdachte vermeende opgelegde dwang. Daarop werd hij door de advocaat van het slachtoffer terechtgewezen. Het raakte een snaar bij Koppen, omdat hij dit als een voorbeeld zag van een misplaatste ingreep van een slachtofferadvocaat in een lopend proces: “Ik vind het volstrekt ongepast dat ik monddood word gemaakt met dit soort uitingen, terwijl juist de vertegenwoordiger van de verdachte de vrijheid moet krijgen om met overtuiging de verdediging te voeren.” Slachtofferadvocaten fungeren naar zijn mening ten onrechte meer en meer als aanklager zonder de last van magistratelijkheid, stelde hij na deze gebeurtenis in een post op LinkedIn. SPANNINGSVELD We vragen Koppen om een toelichting op zijn veel gelikete bericht, want waar denkt hij dan dat de grens moet liggen voor de slachtofferadvocaat? Die mag toch de stem en het geluid van de slachtoffers vertolken, waarbij er soms een spanningsveld zal ontstaan met de advocaat van de verdachte? Koppen sluit zich daar in beginsel bij aan: “Er is alle reden om slachtoffers bepaalde rechten te geven in een strafproces, om compensatie te krijgen voor wat hen is aangedaan, en als vorm van verwerking of troost voor het leed dat hen is toegevoegd.” Maar de “DOOR HET SPREEKRECHT ZIJN SLACHTOFFERS NIET MEER AFHANKELIJK VAN HET OM” rol van de slachtofferadvocaten hierin begint volgens Koppen langzamerhand de balans van het strafproces te verstoren. Het gaat Koppen er vooral om dat de werkbaarheid van het systeem in het geding aan het komen is: “Zij bemoeien zich steeds vaker met de feitenvaststelling, wat ze nu door de wetgever is toegestaan. In het verleden mochten zij de vordering namens hun cliënt onderbouwen en in een beperkt aantal gevallen een slachtofferverklaring voordragen. Verder niets. Als ik nu een pleidooi houd, krijgt de slachtofferadvocaat de kans daar ook wat van te vinden. Dat lijkt steeds vaker een requisitoir, met daarin allerlei waardeoordelen verpakt.” EVENWICHT Het spreekrecht van het slachtoffer kan er volgens Koppen voor zorgen dat het evenwicht in het strafproces verstoord raakt, vooral als in een proces dagenlang slachtoffers achter elkaar aan het woord komen, zonder dat een tegenhanger voor de verdachte aan het woord mag komen. Koppen: “Daarin kunnen familieleden zich als een soort bad character witness uiten over de daad, de gevolgen van de daad en over de verdachte. Dat dient een te respecteren doel, maar je kunt mij niet wijsmaken dat de rechter niet wordt beïnvloed door al die verklaringen. Dit terwijl de verdachte die mogelijkheid niet heeft via good character witnesses. Waarmee hij graag zou willen laten zien dat hij naast verdachte ook een goed mens is.” REGIE TERUGPAKKEN Advocaat Sébas Diekstra (Diekstra Van der Laan Advocaten) staat regelmatig slachtoffers en nabestaanden bij in strafprocessen. Hij benadrukt dat een slachtofferadvocaat ‘enkel en alleen’ voor het belang van het slachtoffer of diens nabestaanden opkomt: “Dat is anders dan het werk van een officier van justitie”, wil hij verduidelijken. “Het onbeperkte spreekrecht is het enige formele middel om zich tijdens de zitting uit te laten over de zaak en de gevolgen. Regelmatig wordt dat spreekrecht inderdaad gebruikt om namens het slachtoffer een standpunt over het bewijs en de straf in te nemen.” Diekstra vindt dat juist een goede ontwikkeling, omdat het slachtoffer daarmee een eigen stem heeft gekregen, en niet afhankelijk is van het Openbaar Ministerie: “Het spreekrecht is van groot belang omdat de zienswijze van het slachtoffer betrokken moet kunnen worden bij het uiteindelijk oordeel van de rechter.” Hij merkt dat het nog wel eens voorkomt dat een slachtoffer door de verdediging zwart wordt gemaakt: “Zulke situaties maken duidelijk dat het noodzakelijk is om een formele mogelijkheid tot wederhoor te bieden.” Diekstra vertelt dat uit onderzoek van het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) is gebleken dat slachtoffers en nabestaanden door het in 2016 uitgebreide spreekrecht de regie terugpakken, zich krachtiger voelen en gehoord worden. Dat blijkt ook in zijn dagelijkse praktijk: “Juist als een slachtoffer niet gehoord blijkt te worden, heeft dit in veel gevallen een schadelijk effect voor zijn of haar herstel.” Hij vindt wel dat de wet rond de positie van het slachtoffer in het strafproces nog
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=