Mr.

MR. 3 2024 / 47 massaclaims zijn niet alleen de huizen maar ook de mensen beschadigd.” Stel dezelfde vraag aan procesadvocaat Frank Peters (bureau Brandeis) en hij antwoordt: “De zaak van de stichting FossielvrijNL tegen KLM.” De rechtsvraag was of KLM misleidende en daarom onrechtmatige reclame-uitingen heeft gedaan (greenwashing) en de rechter antwoordde met ja. “Een belangrijke vraag vooraf was of FossielvrijNL voldeed aan de toets van representativiteit”, legt Peters uit. “Of deze stichting dus de juiste is om deze zaak aan te snijden. De rechter oordeelde in het voordeel van de stichting. Daarmee laat de KLM-zaak zien dat bij ideële zaken niet zozeer wordt gekeken naar namens hoeveel mensen jij procedeert, maar naar de kwaliteit van de eisende organisatie.” Aan de hand van het vonnis over de KLM-zaak concludeert Peters dat ideële acties sneller worden afgehandeld dan zaken om schadevergoeding. “Rechters gaan er creatief mee om. De tijdrovende vraag of de achterban gedupeerd wordt speelt daar niet.” Bij schadezaken ligt wel de nadruk op hoeveel mensen de zaak steunen. “DE WAMCA IS INGEVOERD OM HET UITROKEN VAN DE WEDERPARTIJ TEGEN TE GAAN” REKKEN EN TRAINEREN Als het over massaclaims gaat, krijgt de WAMCA logischerwijs veel aandacht. Maar ook vóór de invoering van deze wet werden er in Nederland massaclaims afgewikkeld. “We hadden eerst de Wet collectieve acties,” licht Van Hattum toe. “Maar veel was nog onduidelijk of onmogelijk, en daarom werd er sporadisch gebruik van gemaakt.” Van Hattum, aan de Universiteit van Amsterdam gepromoveerd op een onderzoek naar de afwikkeling van massaclaims in de financiële markten, adviseert met haar bureau The Evaluators op het gebied van massaclaims. Ook is ze docent bij Nyenrode Business Universiteit. In 2005 kwam de Wet Collectieve Afwikkeling Massaschade (WCAM), naar Amerikaans voorbeeld. Maar ook die kende veel kinderziektes. Onder de WCAM was het bijvoorbeeld niet mogelijk om in collectief verband schade te vorderen. Sinds de invoering van de WAMCA kunnen collectieve belangenbehartigers wel voor hun achterban een schadevordering indienen. “Onder de WCAM loonde het nog te veel om te rekken en traineren”, meent Van Hattum. “Als je als gedaagde meer geld en tijd geld had, kon je de andere partij uitroken. De WAMCA is ingevoerd om dat uitroken tegen te gaan. Dat is nog niet helemaal gelukt, maar het is wel makkelijker geworden om de andere partij aan zijn jasje te trekken en van hem te verlangen om de collectieve afwikkeling via de rechter te beslechten.” Voor het starten van een collectieve actie moet je wel door heel veel hoepeltjes springen. Van Hattum noemt er een paar: “Je moet een stichting oprichten die representatief is voor de achterban en onafhankelijk ten opzichte van de geldschieter en de advocaat. Je moet kundige mensen in de raad van bestuur en raad van commissarissen hebben, zoals advocaten of andere experts. Je moet professioneel in rechte kunnen optreden tegen een gedaagde, om te voorkomen dat er met hagel wordt geschoten door partijen die het financieel en professioneel niet redden.” De rechter bepaalt wie het best is geëquipeerd om de belangen van de gedupeerden te vertegenwoordigen. Daardoor kan de gedaagde slechts één professionele partij tegen zich krijgen: de zogeheten exclusieve belangenbehartiger. MARKT WORDT VOLWASSENER De WAMCA is ingesteld om de drempel tot het recht voor gedupeerden te verlagen zodat er meer een gelijk speelveld wordt gecreëerd tussen een gedupeerde en een gedaagde. Maar dat lukt volgens Frank Peters niet altijd. “Dat komt door alle problemen die de gedaagden aandragen om de zaak te laten stranden. Vooral over de ontvankelijkheid ontstaan veel gevechten.” Peters voert de laatste jaren steeds meer collectieve acties. Hij is betrokken bij de

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=