8 / Mr. 4 2024 nieuws REGELRECHTER 2.0: ZÓNDER WEDERZIJDSE INSTEMMING OPLOSSINGSGERICHT “Heel veel van de voorgelegde zaken in laagdrempelige procedures leiden op de zitting tot een minnelijke regeling; ook al omdat je als rechter, nog meer dan in een reguliere procedure, actief meedenkt over een redelijke oplossing voor het geschil”, vertelt Wim Wetzels, kantonrechter bij de rechtbank Rotterdam. Sinds 2018, toen de pilot met de Rotterdamse Regelrechter van start ging, behandelde hij zo’n veertig zaken als regelrechter. In totaal zijn inmiddels in Rotterdam 126 zaken behandeld door de regelrechters. “Het leuke aan zo’n vereenvoudigde procedure is dat je veel kunt betekenen voor partijen als de zaak op de zitting opgelost wordt. Vaak zijn het burengeschillen die diep ingrijpen in het leven van partijen. Op zitting zie je de opluchting als er een oplossing komt.” Wetzels is op basis van zijn ervaring als regelrechter een groot voorstander van deze vorm van geschilbeslechting. “Het gaat om zaken die dicht bij de mensen staan en het betekent veel voor partijen als je als rechter kunt meehelpen bij het oplossen van een dergelijk geschil. Voor partijen is het dus van groot belang, maar als rechter krijg je er ook energie van.” GEEN ONNODIGE DREMPELS Bauw: “Er moet geen misverstand over bestaan dat mensen uiteraard eerst zelf hun best moeten doen om conflicten op te lossen. In Nederland hebben we een uitgebreid stelsel van voorzieningen om mensen daarbij te ondersteunen. Maar aan deze zelfredzaamheid zit een grens. En dan moeten er geen onnodige drempels zijn om naar de rechter te stappen.” (Martijn Kroese) De nieuwe regelrechter komt eraan. Vanaf 1 januari 2025 kunnen Nederlanders eenvoudige zaken aanhangig maken via deze nieuwe, laagdrempelige vorm van rechtspraak. Anders dan bij andere laagdrempelige civiele procedures kan dat dan ook zonder dat de wederpartij ermee instemt. In Overijssel kun je met relatief eenvoudige geschillen naar de overlegrechter en in Den Haag, Rotterdam en Zeeland naar de regelrechter. De gemene deler: beide partijen moeten instemmen met zo’n vereenvoudigde procedure, waarna de rechter in informele setting het geschil beslecht. In het verlengde hiervan staat nu een driejarig experiment op stapel met wat je de ‘regelrechter 2.0’ zou kunnen noemen. Per 1 januari 2025 kunnen burgers daarvoor eenvoudige geschillen of zaken met relatief kleine financiële belangen aanmelden. Het experiment wordt uitgevoerd bij vier rechtbanken: Den Haag, Overijssel, Rotterdam en Zeeland-West-Brabant. De nieuwe regelrechter is het eerste concrete gevolg van de Tijdelijke Experimentenwet. Die wet maakt het mogelijk om wederpartijen nu ook zonder instemming te dwingen deel te nemen aan een vereenvoudigde procedure. “Zorgvuldigheid staat daarbij voorop”, benadrukt Robine de Lange-Tegelaar, president van de rechtbank Den Haag en voorzitter van de regiegroep Innovatie binnen de Rechtspraak. “We gaan niet zomaar experimenteren. Voor de nieuwe regelrechter moest er bijvoorbeeld ook eerst een speciale algemene maatregel van bestuur komen. Maar we zien landelijk dat al die initiatieven, zoals de overlegrechter en de diverse al bestaande regelrechters, goede resultaten boeken. Al die lessen en goede ervaringen laten we nu bij elkaar komen, om de nieuwe regelrechter straks in één keer zo goed mogelijk te introduceren.” TOEGANG TOT DE RECHTER De Utrechtse hoogleraar privaatrecht Eddy Bauw, die verschillende onderzoeken deed naar laagdrempelige vormen van rechtspraak, is positief over de komst van de nieuwe regelrechter. “Op het ogenblik is de toegang tot de rechter in veel gevallen voor bepaalde geschillen door ‘overdreven’ formaliteiten, te hoge kosten en een te lange duur geen reële optie. Dat is niet alleen juridisch principieel – het gaat hier om een fundamenteel recht – maar ook maatschappelijk onwenselijk. Rechten die mensen toekomen, kunnen niet worden afgedwongen en conflicten blijven onopgelost. Dat is een voedingsbodem voor ontevredenheid.” De Lange-Tegelaar sluit zich daarbij aan: “Bij alles wat we tot nu toe geëvalueerd hebben, krijgen we terug dat mensen zich gehoord en geholpen voelen. Mensen waarderen het dat ze makkelijk toegang krijgen tot de rechter, en dat zo’n rechter snel en oplossingsgericht te werk gaat. Maar: de helft van de zaken die nu bij regelrechters en overlegrechters worden ingediend, kan niet behandeld worden omdat de wederpartij niet bereid is tot deelname. In die gevallen blijft het conflict in een deel van de gevallen voortbestaan, omdat de drempel voor partijen te hoog is om alsnog een reguliere procedure op te starten. Daar kunnen we met de nieuwe regelrechter iets aan doen.” Eddy Bauw (Universiteit Utrecht) Wim Wetzels (rechtbank Rotterdam) Robine de Lange-Tegelaar (rechtbank Den Haag) FOTO: CHANTAL ARIËNS
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=