Mr.

22 / Mr. 6 2024 interview “EEN SUPERSLIMME ADVOCAAT KAN ZOMAAR BEROERD SCOREN ALS LEIDINGGEVENDE” In de advocatuur, zegt Jan Sjöcrona, is het niet gebruikelijk om je kwetsbaar op te stellen. “Je moet krachtig overkomen, altijd sneller, slimmer en alerter zijn dan de tegenpartij, beter schrijven, de jurisprudentie beter kennen. Zo wordt de advocaat langzaam maar zeker in een mal gedrukt, zo kan hij carrière maken. Maar in die zeer competitieve wereld kunnen mensen vastlopen.” OPENHEID Jonge advocaten worden door kantoren geselecteerd omdat ze slim zijn, maar de meesten hebben géén idee wat het betekent om advocaat te zijn. “In de eerste paar jaar van de stageperiode kijkt kantoor of je een goed jurist bent en of je in het team past. Wie vervolgens medewerker wil worden moet zaken kunnen gaan trekken, en als partner moet je idealiter ook nog eens over leidinggevende vaardigheden beschikken. Of de jonge sollicitant over al die capaciteiten beschikt, blijkt dus pas veel later. En dan kan het zomaar gebeuren dat een superslimme advocaat die geweldige zaken doet en veel jongeren aan het werk houdt als leidinggever beroerd scoort.” Slechte teamcohesie kan betekenen dat capabele ‘junioren’ naar de concurrent overstappen, ziet Sjöcrona in zijn coachingspraktijk. Als hij mensen die op weg naar de maatschap zijn vraagt of ze zich wel eens hebben verdiept in leiderschap en motivatie, is het antwoord vaak nee. Hij herkent dat: “Ik ben in mijn jongere jaren komen bovendrijven als harde werker en goed jurist, maar had weinig kaas gegeten van leidinggeven. Ik heb daarover inmiddels veel boeken gelezen die ik graag eerder in mijn loopbaan had willen kennen. Dat hadden mijn kantoorgenoten vast ook wel prettig gevonden.” Sjöcrona pleit voor opwaardering van openheid als nieuwe ‘harde soft skill’ binnen de advocatuur. “Er rust een soms ziekmakend taboe op je durven uitspreken dat het niet echt goed met je gaat. Omdat je bang bent voor je baas die over je zakelijke toekomst beschikt.” Daarom is Sjöcrona kritisch over de versimpeling van de Beroepsopleiding Advocaten, waar trainingsmodules over time management en omgang met stress zijn wegbezuinigd. PAARDEN Hij ontvangt in zijn coachingsruimte in de tuin van zijn vrijstaande huis in Huis ter Heide (Utrecht), waar teckel Pukkie het bezoek opgewonden begroet en net zo lang blijft blaffen tot hij aandacht krijgt. Aan de wanden hangen talrijke schilderijen en foto’s van paarden. Dieren spelen een belangrijke rol in het leven van Jan Sjöcrona. “Ik ben van jongs af aan met dieren opgegroeid. Mijn ouders hadden teckels. Mijn favoriete tante had paarden, er is een foto waarin ik als acht maanden oud knaapje voorop het paard van mijn tante zit. De geur van de paarden, hun zachtheid, de bries, dat zit in me. Dat is een passie.” De affiniteit met dieren komt hem van pas in zijn werk als coach. “Wil je contact maken met een paard, dan moet je in de hoeven van het paard staan. En begrijpen hoe je het dier kunt overtuigen dat je het waard bent om naar geluisterd te worden, dat je de veiligheid biedt waardoor het zich vertrouwd voelt om jou te volgen. Met het coachen van mensen is het net zo. Om iemand die ik coach goed te begrijpen, moet ik eerst in zijn of haar schoenen gaan staan. Open en zonder oordeel of vooroordeel. Dat geeft mijn klant het gevoel dat het misschien niet zo’n gek idee is om iets van mij aan te nemen.” Als trainer vaardigheden, docent ethiek en mentor in de Beroepsopleiding Advocaten vangt hij veel geluiden op uit de balie, en ook van individuele cliënten die bij hem aankloppen. Met vragen over een patroon die schreeuwt, bijvoorbeeld. Of jonge advocaten die helemaal dichtklappen als vennoten hen kritisch zitten aan te kijken. Of dat ze steeds meer zaken krijgen, waardoor de stapel dossiers op hun bureaus groeit, en ze zich vervolgens over de kop werken. Sjöcrona doet dan weleens een rollenspel. “Dan treed ik op als de botte patroon. Ik leer de advocaat op een respectvolle en strategische manier het gesprek aan te gaan, zodat die patroon niet denkt: ‘moet ik luisteren naar zo’n vlerk?’” BELEMMERENDE GEDACHTEN Een greep uit de vragen die aan de advocatencoach worden voorgelegd: Hoe profileer ik mezelf op weg naar de maatschap? Hoe stap ik uit de maatschap? Wat zijn dan de consequenties? Hoe zet ik een eigen kantoor op? Help ons de chemie te bevorderen tussen zittende en nieuwe partners. Help me over mijn presentatieangst heen te komen. Hoe stel ik mij weerbaar op jegens kantoorgenoten die te veel van mij verwachten? Een van zijn cliënten wilde bij een groot kantoor de stap maken van junior maat naar senior maat. “De senior maten vonden dat deze man door zijn felle manier van zaken bij zich houden te weinig oog had voor andere advocaten in het team en moest leren meer te delegeren. Ik heb, met zijn goedvinden, een aantal gesprekken gehad met vijf partners. Ze legden uit wat hun standpunt was en ik heb dat met hem besproken. Zijn reactie: ‘O, zien ze mij zo, maar zo bedoel ik het helemaal niet’. Die feedback pakte hij goed op. Hij is uiteindelijk tot de maatschap toegetreden.” Een andere advocaat stond op het punt om van stagiair medewerker te worden. Hij schreef prima stukken, maar blokkeerde als hij ze moest uitsturen. Dus de klanten begonnen te klagen, en dat ging in de weg staan van de promotie naar medewerker. “Na een paar sessies bleek dat hij zeker wilde weten dat zijn klant zijn advies zou opvolgen, en daaruit kwam zijn onzekerheid voort. Want elke klant heeft de vrijheid om je advies op te volgen of niet. De zekerheid die hij nastreefde was evident onhaalbaar.” In de regel, stelt Sjöcrona, wortelen belemmerende gedachten over wie je bent en wat je kunt, in wat je vroeger hebt geleerd en meegemaakt. “In het gesprek met de jonge advocaat ontdekten we dat zijn onzekerheid voortkwam uit traumatische dingen die zijn ouders hadden meegemaakt. De ouders hadden met de beste bedoelingen continu gezegd dat je niet op anderen kunt vertrouwen. Toen daagde het inzicht dat de onzekerheid

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=