MR. 6 2024 / 49 partnerschap “OP DE ZUIDAS HEB JE NOG WEL ADVOCATEN DIE AAN DE ‘PARTNER-RATRACE’ WILLEN MEEDOEN” omarmen. Daarvoor zullen partners hun kantoor anders moeten aansturen, pas dan worden ze interessanter voor nieuw toetredende partners. Zonder die stap te zetten wordt het steeds moeilijker om nieuwe partners aan te trekken, voorspelt hij. Een uitzondering ziet hij op de Zuidas of bij vergelijkbare kantoren: daar zijn nog advocaten te vinden die wel aan deze ratrace willen meedoen. “Maar ook daar zie ik met name vrouwelijke top- advocaten afhaken. Die weten: ook met meer aandacht voor het gezin kun je nog steeds een mooie carrière opbouwen.” KLEINERE POOL Headhunter Tim Zumpolle (Zumpolle Van der Stoel Legal Search) ziet ook dat kantoren meer moeite moeten doen om een vrije partnerpositie in te vullen. Van een ‘probleem’ wil hij niet spreken, wel weet hij dat de pool met potentiële partners kleiner is dan vroeger. Dat komt onder andere door hardere uren- en omzetcriteria, stelt hij. “Dat schrikt de nieuwe generatie af. Veel kantoren eisen gewoon te veel van mogelijke partners. De grote kantoren en zeker de Angelsaksische hebben steeds meer ingezet op een grotere profit per equity partner, om hen maar aan het kantoor te binden. Om dat vast te houden moeten omzetten omhoog en dat krijg je met hogere tarieven of door meer uren te draaien. Dat zien we vooral op de Zuidas maar ook bij de grotere provinciale kantoren, hoewel het daar net een paar treetjes relaxter is. Je kunt zeggen: over de hele linie zijn de criteria om partner te worden zwaarder geworden.” Wel zijn er in de loop der tijd allerlei tussenstappen bedacht – een counselpositie of een salary partnerschap – om het groeipad naar het equity partnerschap te verlengen en gegadigden toch perspectief te bieden en gemotiveerd te houden. Zumpolle: “Kantoren willen de groep equity partners vaak beperkt houden en soms zelfs verkleinen, zodat veel advocaten voor die tijd al overstappen naar een ander kantoor, het bedrijfsleven of de overheid.” VOET OP DE REM Hoe kunnen kantoren toch nieuwe partners aantrekken? Door hen het vooruitzicht te bieden dat het kantoor een switch gaat maken, vindt Huijs. “Zo’n traject kan best enkele jaren duren. Maar de nieuwe generatie ziet dan wel dat er kansen liggen, bijvoorbeeld voor een prettige work-life balance.” Eigen advocaten die mogelijk het partnertraject ingaan, kunnen die nieuwe richting maar moeizaam aanjagen. “Je ziet toch dat oudere partners hun voet op de rem houden. ‘Wacht maar met al die vernieuwingen, ik zelf moet nog twee jaar’, zeggen ze dan. Het is heel lastig om dat van binnenuit te veranderen.” Het kernprobleem is volgens Huijs: er zijn maar weinig advocaten die écht ondernemer zijn, want een ondernemer zou zijn zaak ‘slimmer’ organiseren. Nu hanteren partners een strategie die op de lange termijn funest is, vindt hij. “Kantoren zijn te weinig bezig met een development-, marketing- en recruitmentstrategie – partners hebben er geen tijd voor, ze zijn te druk met de dagelijkse praktijk. Daarom is een kantoordirecteur zo belangrijk. Die zorgt ervoor dat een advocatenkantoor gaat functioneren als onderneming, en niet langer als klassiek juristenbedrijf. Gelukkig gebeurt dat op de Zuidas steeds meer, maar bij kantoren in de middenmoot blijft dat een probleem.” PAAR TON Huijs vindt dat de zittende partners niet meer kunnen verwachten dat jongeren een paar ton inleggen om zich in te kopen als partner en dan op de oude manier verder gaan. “Die zeggen: zo’n winkel ga ik niet overnemen. Ze gaan zich afsplitsen of openen een nichekantoor.” En als de aanwas van jonge partners stokt, kunnen oudere partners ook moeilijker uittreden. Afsplitsen of overstappen komt daarom vaak voor. Senior advocaten, counsels en salary partners beginnen net zo graag een eigen boutique dan dat ze partner willen worden. Dat zo’n nieuw kantoor ook risico’s meebrengt – bij het oude kantoor met z’n goede reputatie zaten ze safe – valt volgens Van der Wel mee: advocaten die deze stap maken, hebben een goed netwerk en kunnen soms cliënten meenemen, zeker als er geen relatiebeding is overeengekomen. WASSEN NEUS Maar er is ook goed nieuws, zegt Van der Wel: zittende partners erkennen steeds meer dat de bestaande cultuur moet worden doorbroken. Zij schakelen daarvoor eerder externe hulp in en ze organiseren marktonderzoeken. “Ze móéten wel tegemoetkomen aan de wensen van de jongere generatie. Daarbij moeten ze in campagnes geen wassen neus voorhouden, wat soms wel gebeurt. Je kunt schermen met begrippen als duurzaamheid en inclusie, met flexibel en informeel werken, maar dat moet je wel waarmaken.” Wat voor advocaten ook een drempel vormt, is dat het voor hen vaak onduidelijk is of ze daadwerkelijk tot partner worden gepromoveerd. Van der Wel: “Kom je net binnen, dan wordt die mogelijkheid je voorgehouden. Iedereen begint meters en uren te maken. Maar uiteindelijk schuift maar een gering aantal advocaten door. Met die onduidelijkheid hebben advocaten moeite. Hen wordt soms ten onrechte een worst voorgehouden. Ze denken dat ze onmisbaar zijn, maar als ze niks meer vernemen van het partnertraject zullen ze vertrekken.” Philip van der Wel (Van der Wel Legal Group)
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=