Mr.

MR. 6 2024 / 51 partnerschap ‘FUNCTIES ALS BEDRIJFSJURIST ZIJN INTERESSANTER GEWORDEN’ Ook Inèz den Nijs van HDDN Legal Search, actief in de Randstad, merkt dat advocatenkantoren tegenwoordig moeilijker nieuwe partners kunnen vinden. “Als ze makkelijk een partner kunnen vinden, zouden ze niet bij ons of concullega’s aankloppen.” Den Nijs: “De meeste partners komen doorgaans uit eigen kweek. Dat is het meest ideaal, want mensen zijn gewend aan het kantoor en zittende partners kennen die advocaten goed. Ze groeien door tot senior associate of tot counsel. Maar vóórdat ze partner worden verlaten ze vaak het kantoor. Een reden is dat de posities in het bedrijfsleven meer aanzien hebben gekregen, zeker die van de meer senior bedrijfsjuridische posities, zoals general counsel. Wat ook meespeelt is de work-life balance. Zeker jongere advocaten willen niet meer alleen maar werken, ze willen ook maatschappelijk impact hebben. Die generatie is nog te jong om door te stromen naar een partnerpositie, maar dat idee – meer tijd willen hebben om naast het werk andere betekenisvolle activiteiten te doen – ebt ook door naar de oudere generatie. Die work-life balance speelt ook in het bedrijfsleven, maar daar heb je niet de druk van de urennorm. Als je een counselpositie hebt bij een Zuidas-kantoor, dan heb je een ontzettend mooi salaris, je hebt een hoogwaardige praktijk, je hebt aanzien – maar je hoeft je niet bezig te houden met partnerpolitiek. Waarom zou je die overstap dan nog maken? Veel mensen denken: ik heb misschien minder op kantoor te zeggen, maar ik kan wel het leuke inhoudelijke juridische werk doen. Het besturen – en alles wat daarbij komt kijken – laat ik wel over aan anderen.” HYBRIDE WERKEN “Zittende partners zouden dus echt moeten kijken naar de work-life balance om nieuwe partners aan te trekken. Ze kunnen hun mensen aanbieden hybride te werken. Dat is op dat niveau, na de corona-periode, in andere sectoren heel normaal geworden. Nu de advocatuur nog. Advocaten moeten zelfstandig hun ding kunnen doen en daar moet je niet op micro-managen. Het komt voor bij advocatenkantoren maar nog niet veel: op dinsdag en donderdag op kantoor moeten zijn en de andere dagen vanuit huis werken. Als je werkt in de Randstad zou je dan zelfs daar buiten kunnen gaan wonen. Wat ook speelt, is behoefte aan duidelijkheid. Als mensen net tegen die stap aan zitten om partner te worden, dan belanden ze vaak in een black box: wat zijn precies de afspraken, wat is het winstaandeel, wat zijn de omzettargets? Tot voor kort ging men akkoord met een overstap met wat vage afspraken. Nu willen kandidaten veel meer duidelijkheid. Gelukkig zie ik maatschappen hierop al bewegen.” Inèz den Nijs (HDDN Legal Search) promoties. Maak ook serieuzer werk van het salary partnerschap of andere flexibelere vormen: probéér het gewoon eens met een goede advocaat. Bied pro bono-klussen aan, dat vindt de jonge generatie belangrijk. Of denk na over je eigen cliëntèle. Sommige advocaten willen niet werken bij bepaalde kantoren, omdat die klanten hebben uit de fossiele industrie.” LOCKSTEP ONDER DRUK Advocaten met een partnerambitie zijn volgens Zumpolle wel steeds meer bereid financiële offers te brengen. In plaats van keihard werken en een eigen praktijk bij hun huidige kantoor opbouwen, kiezen ze liever voor een eigen kantoor en accepteren dan dat ze minder verdienen. Een probleem is wel dat er dan binnen een en hetzelfde kantoor verschillende soorten partners kunnen ontstaan: de meer traditionele generatie die zestig uur werken normaal vindt, en de nieuwere generatie die het liever houdt op vier dagen in de week. “Als je een lockstep hebt, waarbij iedere volwaardige partner hetzelfde verdient, gaat het schuren als de praktijkomzetten te veel uiteen gaan lopen. De natuurlijke reactie is dan: laten we diversifiëren in inkomen. De winst wordt niet meer gelijk verdeeld onder de partners, er wordt gekeken wie de meeste uren heeft gedraaid of het meeste heeft binnengehaald. Het gevaar is dan dat iedereen vooral voor zichzelf gaat werken en het kantoorbelang op de tweede plaats komt. Een zaak doorverwijzen naar een collega komt minder voor, want dan komt die omzet niet geheel jouw praktijk toe. Toch zien we grote kantoren die zo’n differentiatie hebben doorgevoerd. Het lockstepmodel staat wat onder druk.” Om toch voldoende partners aan te trekken moet dat misschien ook wel, oppert Zumpolle, desnoods gaan de omzetcriteria omlaag. “Partners bij topkantoren nemen jaarlijks meer dan een miljoen mee naar huis. Ze kunnen ook zeggen: we starten een nieuw kantoor en zijn tevreden met de helft daarvan. Dan kan een kantoor die pool veel breder maken, omdat er veel meer mensen belangstelling tonen vanwege de betere werk-privébalans. Een halvering van je inkomen is een offer, maar je verdient dan nog steeds heel goed.” Zumpolle kent kantoren die dit zo al doen, maar noemt geen namen. • “EEN HALVERING VAN JE INKOMEN IS EEN OFFER, MAAR OOK DAN VERDIEN JE NOG HEEL GOED”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=