Mr.

6 / Mr. 1 2025 nieuws ‘HET JURIDISCH SYSTEEM BEDIENT DE BURGER TE WEINIG’ Dexia. “De Hoge Raad had aandacht voor de complexiteit van schadeberekening om bij te dragen aan een oplossing”, zei De Groot. Bij een conflict over de vraag of bits en bytes in het spelprogramma Runescape een ‘goed’ zijn in de zin van artikel 310 Wetboek van Strafrecht, ging de Hoge Raad op zoek naar regels om het conflict niet groter te laten worden. Ook bij een huurrechtzaak (de huurder had zonder toestemming van de verhuurder een half jaar kosteloos onderdak gegeven aan een gezin met een jong kind dat anders op straat was komen te staan) koos de Hoge Raad voor het zoeken naar een oplossing. “Conflictoplossing en geschilbeslechting kunnen in symbiose zijn, maar ze kunnen elkaar ook verzwakken”, stelde De Groot. “Ik stel voor dat we die symbiose bevorderen.” AANBEVELINGEN De wetenschappers van CoI komen met een aantal aanbevelingen, zoals ‘Betrek altijd het burgerperspectief bij onderzoek en beleid’, en ‘Investeer in conflictoplossing en voorkoming van conflicten op een zo laag mogelijk niveau’. Een rode draad was: overtuig ook de instituties van de noodzaak van de aanbevelingen. Ombudsman Reinier van Zutphen pleitte daarvoor en Dineke de Groot zei tegen de zaal: “Niet alleen mooie stukken schrijven, maar de ideeën ook delen met beleidsmakers.” (Peter Louwerse) Fotograaf Chris van Houts was voor de rubriek Netwerken bij het congres, zie pagina 66. Als een van de buren gelijk krijgt van de rechter na een ruzie over een schutting, is het geschil beslecht. Maar het conflict is dan waarschijnlijk niet opgelost; grote kans dat de ruzie naar aanleiding van een andere kwestie weer oplaait. De vraag hoe het juridische systeem betere oplossingen kan bieden was het centrale thema van het congres ‘Het conflictoplossend vermogen van de rechtspleging’. Tijdens het tweedaagse congres op 23 en 24 januari in Nijmegen, georganiseerd door onderwijsinstituut CPO, werden onder meer de resultaten gepresenteerd van vele onderzoeken van het onderzoeksproject naar conflict- oplossende instituties (CoI). Daaraan hebben tientallen wetenschappers van de universiteiten van Leiden, Utrecht en Nijmegen vijf jaar lang gewerkt. De belangrijkste bevinding van dit project: niet het perspectief van de instituties, maar de behoeften van de burger moeten leidend zijn. Hoogleraar criminologie Miranda Boone (Universiteit Leiden) zei daarover: “Alleen knopen doorhakken is niet voldoende vanuit het oogpunt van de burgers, je moet ook kijken naar de onderliggende problemen.” “We realiseerden ons gaandeweg dat het institutionele perspectief heel beperkt is”, verklaarde Marieke Dubelaar, hoogleraar strafrecht en criminologie aan de Radboud Universiteit. “Het speerpunt ‘conflictoplossende instituties’ suggereert dat de instituties centraal moeten staan. We zijn gaan kijken waaraan de burger behoefte heeft, en dan zie je dat ons juridisch systeem de burger te weinig bedient.” Dubelaar trekt niet de conclusie dat de rechter de problemen allemaal moet oplossen. “Dat kan hij meestal niet. Ons antwoord is: meer differentiatie in procedures. Er zijn al veel procedures, maar bieden die ook bescherming en de oplossingen waaraan burgers behoefte hebben? Vaak zijn die procedures nodeloos complex.” Sinds de invoering van ‘maatschappelijk effectieve rechtspraak’ in 2016 heeft de rechter daarom een andere rol gepakt. Boone: “De rechters hadden het onbevredigde gevoel dat ze alleen knopen doorhakten zonder iets te doen aan de onderliggende problematiek.” SYMBIOSE BEVORDEREN Er was tijdens het congres ook aandacht voor mensen die sowieso weinig kans hebben om bij de rechter terecht te komen. Hoogleraar empirische juridische studies Marijke ter Voert (Radboud Universiteit) zei dat lager opgeleiden op achterstand staan, maar dat laagopgeleid zijn niet alles zegt. “Door stress gaan namelijk je capaciteiten omlaag.” Over de vraag in hoeverre de rechter de problemen van burgers kan oplossen lopen de meningen uiteen. President van de Hoge Raad Dineke de Groot haalde Ivo Giesen (directeur WODC/hoogleraar burgerlijk recht) aan die in Asser 1 Beginselen van burgerlijk procesrecht kritisch is over de rechter als conflictoplosser. Kortweg vindt Giesen: de rechter is er niet voor toegerust, het is niet zijn taak en we mogen het niet van hem verlangen. Hij concludeert: “De rechter die conflictoplossing beoogt, aanvaardt de ultieme consequentie dat hij het vertrouwen in de rechtspraak ondermijnt.” De Groot kijkt daar anders tegenaan. “Rechters zoeken naar het juridische instrumentarium om goed met het conflict om te gaan”, stelde ze. Volgens haar hoeven geschilbeslechting en conflictoplossing niet elkaars tegenstelling te zijn, maar kunnen ze elkaar versterken. Ze onderbouwde dat met een aantal zaken die de Hoge Raad heeft behandeld. Bijvoorbeeld die over de vraag of pleegouders een pleegkind hetzelfde mogen toestaan als hun eigen kinderen. Of een geschil over een schadevergoeding voor iemand die zich benadeeld voelde door een effectenlease van FOTO: CHRIS VAN HOUTS Dineke de Groot (president van de Hoge Raad) spreekt de zaal toe,

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=