Mr.

MR. 2 2025 / 29 gouden peer GoudenPeer CONTRACTENRECHT De Gouden Peer op het gebied van contractenrecht gaat naar Mark Wissink, plaatsvervangend procureur-generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar in Groningen. Hij werd door zijn peers als beste op dit gebied gekozen. “Het contractenrecht is een mooi, klassiek rechtsgebied waarin allerlei maatschappelijke ontwikkelingen terugkomen.” door Henriette van Wermeskerken foto’s Geert Snoeijer De combinatie van wetenschap en praktijk. Dát maakt zijn werk zo mooi, zegt Mark Wissink (1962) in zijn ruime werkkamer bij de Hoge Raad aan het Haagse Korte Voorhout. Helemaal aan de linkerkant van het gebouw, met uitzicht op de voormalige Amerikaanse ambassade ernaast. Van buiten dringen gedempte geluiden door van een demonstratie, en af en toe een politiesirene. Het gebouw van de Hoge Raad, dat in 2016 in gebruik werd genomen, is in twee delen verdeeld: links is voor het parket, een zelfstandige organisatie, en rechts is voor de Hoge Raad. “Wij van het parket: de procureur-generaal, de advocaten-generaal en ik als plaatsvervangend procureur-generaal, komen de raadsheren wel in de gang tegen. Soms drinken we ook een kop koffie samen. Maar er zijn Chinese walls. Over zaken praten we nooit met elkaar”, vertelt Wissink. “Ik hoor gewoon vrijdagochtend op de rolzitting wat de Hoge Raad heeft besloten, net als ieder ander. En dan weet ik dus of mijn conclusie wel of niet is gevolgd.” ADVOCAAT Die rolzitting is inmiddels volledig geautomatiseerd. Voorbij zijn de tijden dat advocaat-stagiaires vrijdag ter rolzitting de proceshandelingen voor hun kantoorgenoten kwamen verrichten, soms met onhandig gestuntel. De raadsheer van dienst leidde een en ander zo nodig in goede banen. “U vraagt vier weken uitstel, begrijp ik” is een opmerking die regelmatig stagiaires redde. Wissink kan het zich wel herinneren, want ook hij stond soms op die rolzitting als advocaat-stagiaire bij De Brauw Blackstone Westbroek. “Na mijn studie in Leiden en deels in Amerika, waar ik ook stage liep, heb ik een jaar bij de Leidse universiteit gewerkt”, zegt Wissink. “Na dat jaar, in 1988, was ik nieuwgierig naar de praktijk en werd ik advocaat. Bij De Brauw werkte ik onder meer in de sectie Cassatie algemene praktijk. Ik heb een mooie tijd als advocaat gehad. Op een geweldig kantoor, met knappe mensen. Ik heb daar veel geleerd.” WETENSCHAPSBLOED Na vijf jaar liet het wetenschapsbloed van Wissink zich weer voelen. “Ik kreeg behoefte om me meer in onderwerpen te verdiepen, dus ik ging terug naar de Universiteit Leiden. Daar werd ik universitair docent met een onderzoeks- en onderwijstaak, waarbij ik mijn promotie-onderwerp zelf mocht uitkiezen. Dat gaat nu anders. Promovendi worden

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=