Mr.

MR. 2 2025 / 33 uitzonderingen daargelaten. Laatst was er een uitspraak over een elektrische auto waarvan het kilometerbereik bij koud weer tegenviel. Wat mag je verwachten? Rechtspraak daarover staat nog in de kinderschoenen.” Mijn finest hour tot nog toe is … “mijn promotie, als ik één moment moet noemen uit mijn professionele leven. Maar ook als ik een conclusie heb geschreven in een lastige zaak en ik zie dat de Hoge Raad daar wat mee kan. En ik beleef ook veel plezier aan het bespreken van zaken met medewerkers en collega’s.” De laatste keer dat ik thuis enthousiast over mijn vakgebied vertelde … “is kort geleden, want ik praat graag over mijn vak. Met mijn vrouw, die docent Engels is. Vroeger ook met mijn kinderen aan de keukentafel, toen ze nog thuis woonden. In gestileerde vorm, uiteraard. Maar tegenwoordig komt dat er met mijn kinderen veel minder van.” Mijn ambitie is … “Als begin zestiger is het mijn ambitie om te blijven doen wat ik doe. Ik heb het bij het parket buitengewoon naar mijn zin.” Als ik één ding in het contractenrecht zou kunnen veranderen, zou dat zijn … “In het arrest DSM/Fox uit 2004 staat in rechtsoverweging 4.5 het volgende: ‘… bij de uitleg van een schriftelijk contract (zijn) telkens van beslissende betekenis alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.’ Die overweging wordt daarna wel geconcretiseerd en is vanuit het perspectief van de rechter en ook van de wetenschapper heel begrijpelijk. Maar voor een advocaat kan het moeilijk zijn deze overweging aan een cliënt uit te leggen, vooral aan een cliënt uit bijvoorbeeld de VS. Als je die overweging leest, zonder de context, kan het een verkeerde indruk wekken bij iemand die uit een systeem komt waarin de letter van het contract dominant is. Misschien dat zo’n zin, achteraf bezien, beter vermeden had kunnen worden. Het praktisch nut is gering en het kan een ongewenst effect hebben. Het kan onbedoeld een huiver voor het Nederlandse recht opwekken, terwijl wij juist hoog scoren op de Rule of Law Index van het World Justice Project.” Mijn vrije tijd besteed ik graag aan … “fietsen en wandelen. Wij wonen heerlijk rustig, net buiten Groningen. Ook trekken we er graag op uit om stad en land te bekijken, in Europa. Nee, ik maak geen muziek, anders dan heel wat collega’s in dit gebouw die dat op hoog niveau doen.” Ik heb de Gouden Peer gewonnen omdat … “mijn contractenrecht-collega’s kennelijk op mij hebben gestemd. Meer kan ik er niet van maken. Op de lijst peers staan namen van advocaten, wetenschappers en anderen die ik erg goed vind.” Zelf heb ik gestemd op ... “iemand die ik heel hoog heb zitten. Ik zeg niet wie dat is.” In 2009 ging de Gouden Peer contractenrecht naar Arthur Hartkamp, destijds hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen en voormalig procureur-generaal bij de Hoge Raad. Hoe voelt het om zijn opvolger te zijn? “Dat is natuurlijk buitengewoon eervol. Hartkamp heeft veel geschreven, als student las ik hem al. Hij heeft ook veel gedaan op het gebied van de betekenis van het Europese recht voor het Nederlandse vermogensrecht, een onderwerp dat mij zeer interesseert. Ik ben trots dat ik hem mag opvolgen als Gouden Peer-winnaar.” Was de Gouden Peer echt van goud geweest en zou hij worden omgesmolten, dan zou ik de opbrengst (zo’n 50.000 euro) geven aan … “goede doelen, en dan met name goede doelen die opkomen voor kinderen in een kwetsbare positie. Zoals Terre des Hommes, het Rode Kruis en Unicef.” • gouden peer DE 'PEERS' CONTRACTENRECHT Sjoerd Bakker (Hof Arnhem-Leeuwarden/Radboud Universiteit) ∙ Willem van Boom (Radboud Universiteit) ∙ Alex-Geert Castermans (Universiteit Leiden) ∙ Coen Drion (Jones Day) ∙ Ton Hartlief (AG bij de Hoge Raad) ∙ Jaap Hijma (raadsheer-plaatsvervanger Hof Arnhem-Leeuwarden/emeritus Universiteit Leiden) ∙ Chris Jansen (Vrije Universiteit) ∙ Kasper Jansen (Erasmus Universiteit Rotterdam) ∙ Elbert de Jong (Universiteit Utrecht) ∙ René Klomp (raadsheer-plaatsvervanger Hof Amsterdam/arbiter) ∙ Bart Krans (Universiteit Leiden) ∙ Sonja Kruisinga (Universiteit Utrecht/Van Benthem & Keulen) ∙ Charlotte Pavillon (Rijksuniversiteit Groningen) ∙ Edgar du Perron (Hoge Raad/Universiteit van Amsterdam) ∙ Marcel Ruygvoorn (Van Benthem & Keulen/Universiteit Utrecht) ∙ Bert van Schaick (Linssen cs Advocaten/Tilburg University) ∙ Harriët Schelhaas (Erasmus Universiteit Rotterdam) ∙ Carla Sieburgh (Hoge Raad/Radboud Universiteit) ∙ Lodewijk Smeehuijzen (Vrije Universiteit) ∙ Rieme-Jan Tjittes (BarentsKrans/Vrije Universiteit) ∙ Eric Tjong Tjin Tai (Tilburg University) ∙ Lodewijk Valk (AG bij de Hoge Raad) ∙ Frits de Vries (Hof ArnhemLeeuwarden/Radboud Universiteit) ∙ Edwin van Wechem (Open Universiteit/juridisch adviseur) en Mark Wissink (plaatsvervangend PG bij de Hoge Raad/Rijksuniversiteit Groningen) Niet iedereen heeft gebruikgemaakt van zijn stemrecht. Van de 25 contractenrechtelijke peers hebben er 20 hun stem uitgebracht. “In het contractenrecht spelen vragen van alle tijden”

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=