Mr.

MR. 2 2025 / 37 advocatuur “EEN UURTARIEF VAN TWEEHONDERD EURO IS VOOR BELGISCHE ADVOCATEN AL VRIJ VEEL” WIE IS FAVORIET: DE NEDERLANDSE OF DE BELGISCHE CLIËNT? Als de geïnterviewde advocaten mogen kiezen tussen Belgische of Nederlandse cliënten, aan wie geven ze dan de voorkeur? Marc Rooijen (NL): “Als je me op de pijnbank zou leggen: Belgische cliënten. Die zijn eerder bereid om aan te nemen wat een advocaat zegt. Met de huidige digitalisering wordt de klant steeds meer de vijand van advocaten. Ze lezen wat op Facebook, googelen het antwoord op hun vraag of ze leggen het voor aan ChatGPT – en dan weten ze het beter. Belgische cliënten zeggen veel eerder: als u dat zegt, dan neem ik dat aan.” Peter Vlietinck (B): “Met Belgische cliënten, hoewel het altijd fijn is om ook een Nederlandse cliënt bij te staan die in België wil gaan ondernemen. Want dan kun je die Nederlandse – nogal eens hoekige en soms zelfs koppige – cliënt strategisch begeleiden bij het op zijn Belgisch zaken doen. En dat is een win-win.” Willem van Voorst Vader (NL): “Het maakt me niks uit. Belgische cliënten zitten qua betrouwbaarheid iets anders in elkaar, maar voor Nederlandse klanten steek ik mijn hand ook niet in het vuur. Belgen die in Nederland werken vinden het wel prettig dat wij over veel zaken gewoon duidelijk zijn.” Nils Verschaeren (B): “Ik ga geen voorkeur uitspreken. Het is een complex samenspel van elementen. Is het een zaak met veel haken en ogen? Zit de cliënt in het defensief? Gaat hij in de aanval? Wat is het rechtsdomein? Is het een grotere onderneming? Wat is de impact van het dossier op de persoon? Maakt allemaal uit. De nationaliteit is van ondergeschikt belang.” een patstelling. Aan de andere kant: Nederlandse rechtbanken dwingen partijen sneller om tot een schikking te komen. In België wordt veel langdradiger geprocedeerd. Dat partijen naar de gang worden gestuurd voor een schikking heb ik hier zelden gezien, wel zetten we in België meer in op buitengerechtelijke bemiddeling.” ‘HOLLANDERS’ Belgen zijn ook wat terughoudender en laten niet snel het achterste van hun tong zien, heeft Rooijen ervaren. “In Nederland zijn we veel meer een flapuit, wat in België weer als onfatsoenlijk kan worden gezien. Als Belgen negatief over je denken, spreken ze van ‘Hollander’. Een Belgische cliënt zei ooit tegen mij: de enige reden dat een Hollander je nog niet heeft belazerd, is omdat hij het vergeten is.” Maar die kift speelt tussen de Limburgers in de twee landen veel minder. “Met Belgische klanten gaan we dan ook regelmatig eten in de betere restaurants van Belgisch Limburg. Ik heb niet het gevoel dat ik ‘de Hollander’ ben.” Het ‘wellevende’ zit volgens Rooijen in het feit dat Belgische cliënten iets meer respect hebben voor advocaten, “hier is dat aan erosie onderhevig”. Belgische cliënten vinden Nederlandse advocaten wel commerciëler, te zeer gefocust op omzet en targets. “Nederlanders denken dat ze alles kunnen beheersen en controleren in managementstructuren en overlegmechanismen. De Belg heeft een laissez faire, laissez passer-houding”, aldus Rooijen. HARDE HANDDRUKKEN Clichés? Maar ze zijn vaak wel waar. “Nederlandse cliënten en advocaten zijn wat arroganter, minder bescheiden”, zegt Vlietinck. “Ze hebben een wat grotere mond en geven letterlijk harde handdrukken. Belgen zijn zachter en praten wat om de zaak heen. Nederlanders hebben het voordeel van de duidelijkheid, maar daardoor is er weinig ruimte om ook anders naar een zaak te kijken, wat de minnelijke route bemoeilijkt.” Wat Vlietinck ook is opgevallen, is de efficiëntie van de Nederlanders. En dat Nederlandse advocaten meer kunnen factureren dan een Belgische advocaat. Het verschil in uurtarieven noemt hij ‘opmerkelijk’. “Een uurtarief van tweehonderd euro, wat kleine Nederlandse kantoren hanteren, is hier al vrij veel. Nederlandse advocaten zijn veel meer ondernemers, Belgische advocaten gaan vaak bescheidener aanrekenen.” Wat Rooijen al zei, wordt door Vlietinck beaamd: Belgische advocaten weten veel meer over hun cliënten dan Nederlandse advocaten over Nederlandse cliënten. “We hebben meer aandacht voor cliënten en investeren meer in de relatie. We weten dan ook meer van het privéleven van onze cliënten. Ik vind het zeer ongemakkelijk als ik niet weet wat de klant doet of waarmee hij bezig is. Belgische klanten zijn wat opener, spontaner. Nederlanders gaan direct in op het dossier. Wij kijken meer naar de behoefte en belangen van onze cliënten, Nederlanders meer naar het economisch verhaal, de euro’s. De Nederlandse kooplui tegenover de Belgische compromissenzoekers.” schrijven en zo te trachten een onderhandelde oplossing te vinden. Nederlandse ondernemers met een geschil schakelen minder snel een advocaat in en schrijven zelf. Het onderscheid tussen een argument en een mening is minder duidelijk, je zit met Nederlandse partijen dan ook potentieel sneller in Peter Vlietinck (Advocom)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=