Mr.

MR. 3 2025 / 21 WIE IS INGRID LEIJTEN? Ingrid Leijten (Tollebeek, 1984) volgde na de middelbare school de Dansacademie (2002-2003). Die maakte ze niet af; ze ging in Leiden politieke wetenschappen en rechten studeren (twee keer cum laude). In 2010 haalde ze haar ‘bar exam’ voor de staat New York, na een jaar studeren aan Columbia Law School (master of laws). Ze was gastonderzoeker aan de universiteiten van Gent, Heidelberg en Berlijn en gasthoogleraar in Erlangen. In 2015 promoveerde zij in Leiden op Core Rights and the Protection of Socio-Economic Interests by the European Court of Human Rights. Daar werkte ze ook enkele jaren als universitair (hoofd)docent. In 2022 werd ze hoogleraar constitutioneel recht aan Tilburg University. Leijten is redactielid van het Nederlands Juristenblad, Uitleg van de Grondwet, het European Yearbook of Constitutional Law en van nederlandrechtsstaat.nl, voorzitter van de Staatsrechtkring en lid van de Jonge Akademie van de KNAW. Ingrid Leijten is getrouwd, heeft twee kinderen en woont in Tilburg. Naast haar werk doet ze aan krachttraining. interview “HET VERHAAL VAN DE RECHTSSTAAT MOET BETER WORDEN VERTELD” belde: hoogleraar Janneke Gerards − ook al zo’n rolmodel voor Leijten − vroeg of ze bij haar wilde promoveren. Het proefschrift werd in 2015 verdedigd. Sindsdien houdt Leijten zich bezig met staatsrecht, de rechtsstaat en grondrechten, sinds 2022 als hoogleraar constitutioneel recht. ZORGEN Vindt u dat de rechtsstaat in crisis is? “Zover wil ik niet gaan, al zijn er wel zorgen. Hoe dan ook zal het niet helpen om tal van nieuwe bepalingen in de Grondwet op te nemen, zoals sommigen bepleiten. De oplossing zit meer aan de kant van de democratie en van de politiek, en hoe wordt omgegaan met de politieke ruimte die er is.” En nu zitten we met Wilders. Welk antwoord biedt het staatsrecht daarop? “Het staatsrecht regelt de bevoegdheden om wetten te maken, om recht te spreken, om grondrechten gestalte te geven. Er zijn partijen, aan het rechter uiteinde, die de rechtsstaat en de grondrechten als obstakel zien. Het minimumniveau ervan kunnen ze misschien nog net opbrengen.” Het staatsrecht kan niets betekenen? “Het staatsrecht biedt ook een normatief verhaal dat onze vrijheden waarborgt. We hebben geregeld hoe de volksvertegenwoordiging wordt samengesteld en dat daarin al onze belangen aan bod komen. En dat de rechter desnoods achteraf kan controleren of de regels niet onevenredig uitpakken in het individuele geval.” Beweegt het staatsrecht voldoende mee met recente ontwikkelingen? “Soms wel. Al jaren discussiëren we over constitutionele toetsing. Ook wordt nagedacht over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Daarover staat in de Grondwet niet zo veel, wat betekent dat de wetgever daar soms te makkelijk mee aan de haal kan gaan. En er zijn ook enkele grondrechten die nog zouden kunnen worden verankerd in de Grondwet, zoals bescherming tegen klimaatverandering of het recht op leven. Maar de uitdaging voor het staatsrecht is niet het aanpassen van details, maar of het überhaupt nog als kader, als uitgangspunt wordt genomen. Want dat is niet vanzelfsprekend meer door de autoritaire winden die wereldwijd waaien. Die stellen zaken als machtenscheiding ter discussie. Neem onze asielminister, die buiten de wetgever om asielnoodmaatregelen wilde nemen. Of het zwart maken van rechters.” CONSTITUTIONELE ONGELETTERDHEID Staatsrechtelijke regels aanpassen is niet dé oplossing, wel ‘het verhaal’ van de rechtsstaat beter vertellen, vindt Leijten. De constitutionele ongeletterdheid doorbreken. “Te lang leek het in Nederland voor de meeste mensen goed te gaan. De Grondwet, daarover hoeven we niet echt te praten. Maar dan komt er een pandemie en worden grondrechten van iedereen ingeperkt. Of er komt een Toeslagenaffaire. Die ging over bevoegdheden van de overheid die in beginsel op orde leken, maar toch een disproportioneel effect hadden, en rechters die niet altijd de tools hadden om dat dan vervolgens recht te trekken. Dan moet je het echt hebben over de kaders van de rechtsstaat, zeker met klimatologische, pandemische en geopolitieke dreigingen.” Het probleem zit volgens Leijten in het feit dat de begrippen democratie en rechtsstaat uit elkaar worden getrokken. De meerderheid kan dan zeggen: we beperken het recht om te demonstreren omdat bepaalde betogingen ons niet aanstaan. “Je mag gerust je politieke ruimte pakken, maar je moet het goed

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=