Mr.

MR. 3 2025 / 49 “HANDELAREN MAKEN RARE SPRONGEN OM ONDER HET CONSUMENTENRECHT UIT TE KOMEN” zogeheten ‘essentiële informatieplicht’ – zoals het proactief wijzen van een consument op zijn retourrecht – niet bent nagekomen? Dan kost je dat twintig procent van je te vorderen hoofdsom. En bij drie schendingen én een bestelknop die niet aan de regels voldoet, kan een handelaar fluiten naar liefst zestig procent van de door hem gevorderde hoofdsom. De toepassing van die sanctietabel leidt er regelmatig toe dat handelaren die in principe met een goed onderbouwde vordering komen, uiteindelijk toch geen zaak hebben, merkt Van der Weijden in de praktijk. “Als een consument een factuur niet betaalt, heeft dat bijvoorbeeld vaak te maken met discussie over de kwaliteit van een product of geleverd werk. Uiteindelijk loopt dat dan uit op een juridisch conflict.” “Maar”, vervolgt hij, “als ik dan ga kijken hoe de overeenkomst exact tot stand is gekomen en welke correspondentie er is geweest, kom ik regelmatig tot de conclusie: hier is aan meerdere informatieplichten niet voldaan. Dan reken ik de ‘kortingen’ uit die sanctietabel door en luidt de conclusie: je hebt juridisch gezien recht op betaling van die factuur, maar desondanks heb je geen zaak. Als ik er veertig of zelfs zestig procent aftrek, zul je hier namelijk geld op moeten toeleggen.” EENPITTERS Vooral bij eenpitters – zzp’ers die een webshop beheren, trainingen aanbieden of in de bouw werken – ziet Van der Weijden een groot gebrek aan bewustzijn over het huidige consumentenrecht. “Een timmerman bijvoorbeeld, die online zelfgemaakte meubeltjes verkoopt, maar zijn bestelknop niet op orde heeft. Die is helemaal niet met consumentenrecht en essentiële informatieplichten bezig, maar kan zomaar de klos zijn tijdens een procedure. Dat punitieve element, waarbij rechters sancties opleggen, voelt dan niet als redelijk.” “Het idee is: als je een consument alle informatie geeft, kan hij een goed onderbouwd besluit nemen”, zo licht Pavillon de achterliggende gedachte van de informatieplichten en het bijbehorende sanctiemodel toe. “De geïnformeerde consument, wordt dat genoemd. Maar daar is steeds meer kritiek op. Want als een handelaar aan al zijn verplichtingen voldoet, is het voor de consument al gauw niet meer behapbaar. Er zou meer aandacht moeten zijn voor de praktische aspecten van die informatieverstrekking.” NIEUWE PLICHTEN Voorlopig komen er echter alleen maar meer informatieplichten bij, constateert Pavillon tegelijkertijd. “Denk aan nieuwe plichten over de duurzame kenmerken van producten, of de repareerbaarheid ervan.” Dat is slecht nieuws voor handelaren die nu al worstelen met het consumentenrecht: ze moeten straks nog meer essentiële informatie overbrengen aan consumenten. Vooral als het om relatief eenvoudige en goedkope producten gaat, voorziet Pavillon een information overload bij consumenten. “Er is een verschil tussen een leasecontract voor een auto en een nieuw paar sokken. Lees je als consument al die informatie als je een paar sokken bestelt? En zo nee, hoe uitgebreid moet je dit dan rechters laten handhaven tijdens civiele procedures? Is het de huidige aandacht wel waard?” KORTING OP PAARDENTRAINING Dat die proactieve handhaving door rechters in de praktijk gevoelsmatig onredelijk of zelfs onrechtvaardig kan uitpakken, ziet Van der Weijden regelmatig gebeuren. De advocaat herinnert zich een zzp’er die trainingen paardendressuur aanbood. Op een zeker moment ontstond er met een cursist onenigheid over de betaling van die training. “Het probleem was: de bestelknop – waarmee consumenten deelname aan die training konden kopen – voldeed niet aan de voorwaarden. Met als gevolg: haal maar direct een derde van je potentieel te vorderen bedrag af. Sterker nog, als de dienst nog niet verricht is, kan een consument de overeenkomst vernietigen, kan er helemaal geen betaling worden gevorderd en heb je dus geen zaak.” Onder ondernemers leidt zo’n gang van zaken dikwijls tot onbegrip, ziet Van der Weijden. “Dan zeggen ze: ‘waar je als ondernemer wel niet allemaal aan moet voldoen’. Ze doen het al jaren zo, en ineens blijkt het dan niet te kloppen. Ik snap dat heel goed en probeer het dan maar als een leermoment uit te leggen: doe er iets mee, want je hebt nu leergeld betaald.” RARE SPRONGEN Ondertussen maken handelaren steeds vaker rare sprongen in pogingen om onder het consumentenrecht uit te komen. Dat constateert Ilonka Gerritsen, advocaat bij Hippisch Advocaat, onderdeel van Van den Broek Advocaten in Utrecht. Gerritsen is gespecialiseerd in het hippisch recht en weet als geen ander dat het consumentenrecht daar niet alleen tot complicaties kan leiden bij het online bestellen van dressuurtrainingen of het aankopen van een paard. “Het huidige consumentenrecht geeft consumenten te veel bescherming ten opzichte van handelaren”, zegt Gerritsen stellig. “Een paard is een levend dier, maar desondanks geldt er bij de verkoop van een paard voor handelaren een bewijslasttermijn van twaalf maanden, net als bij andere goederen. Dat betekent dat als een paard binnen een jaar na verkoop een gebrek vertoont – een blessure of ander probleem – je als handelaar consumentenrecht Charlotte Pavillon (Rijksuniversiteit Groningen)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=