Mr.

MR. 4 2025 / 71 ministerie Weer is er nogal wat justitiële commissies later niet echt iets aan gedaan. Andere juristen hebben nog minder last van het ministerie. Ontwikkelingen in hun eigen rechtsgebieden worden hier niet behandeld: die hoeven immers niet nog eens te worden uitgelegd. WETGEVING Toch kort over twintig jaar wetgeving: die blijft achterlopen. Materiële wetgeving groeit gestaag uit, procesrecht blijft achterlopen. Het kan eenvoudiger, sneller en goedkoper. Bewijsrecht moet overal ‘terug naar de feiten zelf’. Ook het ‘tweefasenstrafproces’ ten gunste van slachtoffers laat nog op zich wachten. Zo is er meer. Maar dat weet u ongetwijfeld al. GEEN GELD? GEEN RECHTSHULP De olifant in de kamer, ook in de Tweede Kamer, is gebrekkige rechtshulp. Zonder rechtsverwerkelijking is een rechtsorde niets waard. Onbelemmerde toegang tot de rechter kan niet zonder rechtshulp. Cru maar waar: er werd en wordt door het ministerie (en door de advocatuur zelf) eigenlijk niets aan gedaan. Dankzij staatssecretaris Struycken gaat iets meer geld naar gefinancierde rechtshulp. Toch is het is nog steeds zo dat de diepste − of grootste − zakken juridisch te vaak en te makkelijk aan het langste eind trekken. Ontrechting door geldgebrek is ook nog eens verdubbeling van maatschappelijke onrechtvaardigheid. Dit blijkt ook uit het kennelijk onrecht in de Toeslagenaffaire, al gaat dat veel verder dan falende rechtshulp: ook het ministerie deed eigenlijk niets, terwijl het hier ging en gaat om kernwaarden van de rechtsstaat. Vergelijkbare regeling van de ziekenzorg is onvoorstelbaar, maar waarom zou onrecht minder erg zijn dan een aandoening? Kant schreef al: “Niets wekt meer verontwaardiging dan onrecht. Alles dat wij verder meemaken verbleekt daarbij.” Alleen daarom moet Aristoteles niet worden vergeten. Een ongelukkige botsing met een boom doet minder pijn dan een misplaatste klap van een voorbijganger: “Zelfs een hond snapt het verschil tussen een trap en een ongeluk”, schreef Holmes weer iets later. Ook aan die klap kan en moet iets worden gedaan: rechtsherstel door straf en schadevergoeding is verwerkelijking van vergeldende rechtvaardigheid. Hoeveel ministers en staatssecretarissen van justitie en veiligheid wisten en weten wat dat is? Bredere en betere rechtshulp was noch is een willekeurige kostenpost die zonder meer kan worden afgewogen tegen andere mogelijke bestedingen. VEILIGHEID (MET MATE) Vreemde prioriteiten in plaats van principes blijken ook uit de aanpak van veiligheid. In de afgelopen twintig jaar is bestrijding en strafbaarheid van terrorisme steeds hoger op de agenda’s komen te staan. Maar het aantal Nederlandse doden en gewonden door terrorisme valt in het niet bij de aantallen doden en gewonden door andere criminele oorzaken waaraan meer had kunnen worden gedaan: mensenhandel (maakt veel meer slachtoffers dan terrorisme, al zijn de echte cijfers nog niet bij benadering bekend), net als huiselijk geweld, gevaarlijk weg- en ander verkeer en nog veel meer dat mensen elkaar aandoen met dodelijke of verminkende afloop. Lees Ira Helsloot: zelfs in zaken van leven en dood ontbreken rationele afwegingen. Ook hier gelden proportionaliteit en subsidiariteit − ook die begrippen waren en zijn nog niet bij alle bewindslieden bekend. Bovendien gaat veiligheid verder dan leven en dood (person). Ook property en promise moeten worden beschermd, zoals Hobbes al heeft uitgelegd. TOCH AFSCHAFFEN? Het ministerie afschaffen met terugwerkende kracht zou niet zo’n goed idee zijn geweest. Een jaar of langer sluiten ligt misschien meer voor de hand, natuurlijk afgezien van de politie, het OM, het gevangeniswezen en nog wat wezenlijke uitvoeringsdiensten. (Uitvoering en handhaving zijn nogal eens belangrijker dan nog meer wet- en regelgeving.) Dan kan in ieder geval voor de toekomst worden bepaald wat het departement echt uitmaakt. De gevolgen kunnen meevallen: van alles is al zo lang uitgesteld dat het best nog wat kan wachten. Vrijgestelde ministers, staatssecretarissen en andere justitieel dan wel veiligheidshalve leidinggevenden zouden een tijdje iets heel anders kunnen gaan doen. Niet iedereen kan zomaar officier van justitie, rechter, advocaat, notaris of deurwaarder worden, om zelf te ervaren wat het ministerie betekent voor de praktijk, of niet. Minder moeilijk is het om een tijdje alleenstaand bijstandsmoeder te worden. Kies maar uit: er zijn zo veel mensen zonder behoorlijke rechtsbijstand. Of ga naar de gevangenis, om tenminste enig idee op te doen van wat het is om vast te zitten (en na te denken over rechtvaardigheid en veiligheid: neem Aristoteles en Hobbes mee). Zo is er meer. Recht en veiligheid zijn er voor mensen, niet voor het ministerie. Dit geldt overigens niet alleen voor het ministerie van Justitie en Veiligheid. AGENDA Snel zal het er niet van komen. Toch kunt u er zelf iets aan doen. Denk er nog eens over na en deel de resultaten ervan, net als Plasman, Helsloot en anderen in pogingen om tenminste iets bij te sturen. Doe mee met politieke partijen die fatsoenlijke ministers en staatssecretarissen kunnen leveren – en in het algemeen met de rechtsstaat het goede voor hebben. Wie weet wordt u zelf bewindspersoon. Wat u ook doet, denk aan uw rol in de rechtsverwerkelijking, voor menselijke rechtvaardigheid en veiligheid. Bijvoorbeeld: doe als advocaat eens iets voor niets voor minder of minvermogenden (zoals recent ook voorgesteld door Struycken). Dat is niet alleen goed voor rechtsverwerkelijking, maar ook voor de naam van de balie. En voor u zelf: zo krijgt uw bestaan meer zin. Dit geldt niet alleen voor advocaten. (Al deze wijze raad is ook gratis.) Blijf werken voor justitie en veiligheid, ook als u daar niet op de loonlijst staat. • Rechtsfilosoof Hendrik Kaptein is verbonden aan de Universiteit Leiden. DE OLIFANT IN DE KAMER, OOK IN DE TWEEDE KAMER, IS GEBREKKIGE RECHTSHULP

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=