18 / Mr. 5 2025 niet alleen, daarin werken we samen. Dat betekent dat je moet investeren in relaties.” Op een gegeven moment heeft u die afslag genomen: mee besturen. “Ik merkte dat hier alleen op kantoor mijn ding doen ook een soort navelstaren werd. Ik zat wel heel erg in mijn eigen bubbel. Op een gegeven moment vroeg de KNB mensen voor audits, je gaat dan als peer bij collega’s kijken of zij hun zaak goed op orde hebben. Daar zat ook een opleiding bij. Dat gaf me veel energie. Daarna zochten ze iemand bij het ringbestuur, ze waren onderbezet, ik meldde me aan. Ik werd al snel ringvoorzitter omdat mijn voorganger ziek werd en later overleed. Als ringvoorzitter ga je naar de landelijke ledenraad. Als je daar een beetje actief meedoet, kom je gaandeweg in allerlei werkgroepen terecht. Ook dat gaf veel energie. Zo belandde ik in het KNB-bestuur en werd daarna gepolst voor het voorzitterschap.” Gaat dit bestuurswerk ten koste van het werk op kantoor in Oss? “Het is allemaal extra. Ik werkte al veel en nu werk ik nog meer. Er kwam veel bij en er ging niks vanaf, behalve privétijd. Zo’n functie vraagt offers van alles en iedereen om je heen. Ik heb op kantoor met mijn team overlegd en ook thuis, iedereen zei: doen. Soms zijn er perioden waarin ik denk: hoe ga ik al die bordjes in de lucht houden? En er zijn momenten waarop je denkt: het loopt lekker, we zitten in een goede flow. Op kantoordagen vraagt Dan Haag soms meer van me, en op mijn KNB-dagen vraagt het kantoor wel eens meer van mij.” Dat is natuurlijk te doen omdat er geen grote issues spelen in het notariaat. “Er zijn inderdaad weinig grote zorgen. Het economisch klimaat is goed, de woningmarkt is up and running, er is veel behoefte aan familierecht. Vennootschapsrecht draait zijn eigen wereld, maar als er veel transacties zijn, gaat dat ook goed. Het notariaat heeft het druk en doet het goed. Het is alleen maar fijn als er geen issues zijn.” Nee, pleiten was niet haar ding. Tijdens haar rechtenstudie belandt Barbara van Kampen in een pleitgenootschap. Casussen naspelen, rechtbankje imiteren en dan de pet op van een advocaat. Ligt haar niet. In plaats van te benadrukken waarom haar standpunt zo goed was, denkt ze steeds: dit geschil hadden partijen kunnen voorkomen door het netjes te regelen en alles beter op papier te zetten. Maar wie schrijft afspraken netjes op, wie zorgt ervoor dat de zaken goed worden geregeld? Een notaris. Ze klopt aan bij de kamer van Martin Jan van Mourik, de flamboyante Nijmeegse hoogleraar notarieel recht. Die reageert: als je er zo in staat, moet je mijn studierichting gaan doen. “Ik zie je maandag in de collegebanken.” Die route was niet vanzelfsprekend voor de jonge Barbara. Juristen zitten niet in haar familie, op het vwo wist ze niet goed wat ze zou gaan studeren. Dat verandert op een voorlichtingsdag op de Radboud Universiteit waar een ‘hippe meneer’ (haar woorden) zegt: als je van lezen en schrijven houdt en Nederlands leuk vindt, is rechten misschien iets voor je. Dat werd het dus. “Het enige denkbare alternatief, Nederlands studeren en dan het onderwijs in, dat wilde ik echt niet. Ik ben echt met overtuiging begonnen aan Nederlands recht.” Na haar afstuderen leert ze ‘heel ambachtelijk’ het vak op een Haags kantoor. Na een jaar belt haar stagekantoor Actor uit Veghel: we hebben een vacature, we denken aan jou. Van Kampen noemt dit een ‘vooruitstrevend kantoor dat toen al bedrijfsprocessen heel goed vastlegde’. Daar werkt ze zes jaar. Daarna is het tijd om een eigen kantoor te beginnen. Ze verneemt dat de Osse notaris Oor een opvolger zoekt, omdat hij met pensioen gaat. In 2003 gaat Van Kampen bij hem werken, ze investeert twee jaar aan het opvolgingstraject en in 2005 neemt ze het over. In hetzelfde jarendertigpand, met haar naam groot op de gevel. BALANS Omdat het gesprek met Mr. onder lunchtijd plaatsvindt, staan er broodjes op tafel. Een must, vindt Van Kampen. Gastvrijheid hoort bij haar Brabantse wortels; toen ze bij de KNB begon was dat ook een voorwaarde: er moet iets te eten op tafel staan. Hier ligt ook een schaal met pepermuntjes, op de wikkels staat het kantoorlogo. Haar woordvoerder schuift ook aan. Van Kampen nam een kantoor over dat veel consumentenvastgoed en familierecht deed. Daar is zakelijk onroerend goed bijgekomen, er is nu een grote projectontwikkelingsportefeuille, zegt ze. “Het leukste vind ik die afwisseling. Het familierecht is heel dynamisch en gaat over mensen. Maar soms vind ik dat te energievol. Dan vind ik het zakelijke vastgoed weer een verademing. En als me dat weer wat te zakelijk wordt, dan wil ik weer dat stukje emotie, de menselijke kant. Voor mij is dit een prima balans.” Drie dagen in de week werkt ze op haar eigen kantoor in Oss, twee dagen in Den Haag. De Haagse werkdagen heeft ze aan elkaar gekoppeld, overnachten doet ze dan daar. Op woensdag vinden daar de KNB-bestuursvergaderingen plaats, de dinsdagen zijn gereserveerd voor andere afspraken en bezoeken: ketenpartners als het Kadaster, de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst, Bureau Financieel Toezicht, de Kamer voor het Notariaat. “We proberen zoveel mogelijk verbinding te maken met iedereen waar we mee van doen hebben. We hebben allemaal als doel: rechtszekerheid en rechtsbescherming. Maar dat doen we interview “WE MOETEN LATEN ZIEN DAT HET NOTARIAAT AANTREKKELIJK IS, WANT OOK ANDEREN ZIJN IN NOTARIËLE STUDENTEN GEÏNTERESSEERD”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=