Mr.

MR. 5 2025 / 27 familierecht “EEN HOGER GRIFFIERECHT GAAT PRINCIPIËLE ZAKEN WAARSCHIJNLIJK NIET TEGENHOUDEN” klachten, hoe kan ik de impact minimaliseren. De klacht van een wederpartij gaat meestal over bejegening. Het is belangrijk om niet onnodig grievend te zijn. Je moet je er bewust van zijn dat de woorden die je gebruikt ertoe doen. Daar staan we bij stil tijdens de activiteiten van de vFas, onder meer in de opleiding. Dat gaat over communicatie en mediationvaardigheden: wat kan ik doen om ook de wederpartij het gevoel te geven dat die wordt gehoord? Hoe bejegen ik iemand? Voorkomen kunnen we de klachten van wederpartijen niet, maar hiermee kunnen we het aantal klachten wel omlaag brengen.” De vFAS probeert leden ook te helpen om de rug recht te houden bij een klacht. “Laat je je daardoor van je stuk brengen, of probeer je, met de vaardigheden die we aanbieden, daar boven te staan? Je kunt vasthouden aan het feit dat de klacht hoogstwaarschijnlijk ongegrond wordt verklaard en je focussen op wat ertoe doet, namelijk de belangen van je cliënt behartigen. Dat kan moeilijk zijn, daarom moet je er continu mee bezig blijven.” FORMULIER INVULLEN Uit het jaarverslag van het dekenberaad over 2024 blijkt dat 38 procent van alle 2.218 klachten tegen advocaten afkomstig is van de wederpartij en 42 procent is gericht tegen de eigen advocaat. 26 procent (606) van alle klachten ging over personen- en familierecht, daarna volgt civiel recht met 25 procent (585 klachten). Gabriëlle Kerkhof, deken van de Orde van Advocaten Overijssel en binnen het dekenberaad portefeuillehouder klacht- en tuchtrecht, zegt dat de drempel voor een klacht over een advocaat laag moet zijn “omdat iedereen de mogelijkheid moet hebben om een klacht voor te leggen aan de Raad van Discipline. Bovendien hebben klachten een signaalfunctie voor dekens. Ook klachten van de wederpartij kunnen belangrijk zijn voor het toezicht.” Ze vervolgt: “Het tuchtrecht is bedoeld om kwaliteit en integriteit van de advocatuur te waarborgen. De drempel moet niet te hoog zijn, maar ik vind vijftig euro griffierecht wel laag.” Daar komt bij dat de klager alleen een formulier op de website hoeft in te vullen. En de deken heeft de wettelijke plicht iedere klacht te onderzoeken. Een hogere drempel zou de zogeheten ‘veelklagers’ kunnen ontmoedigen, denkt Kerkhof. “Er zijn klagers die meerdere klachten instellen tegen verschillende advocaten en daarin geen grens lijken te kennen. Dan denk ik wel eens: ‘daar is het klachtrecht niet voor bedoeld’. Maar ze blijven doorgaan, en dat is een belasting voor het hele tuchtsysteem. Ze betalen die vijftig euro zonder morren. Ze hebben een hobby gemaakt van klagen, ook tegen de deken en andere instellingen.” DEKENVISIE Van alle klachten die bij de dekens worden ingediend gaat een derde naar de Raad van Discipline, en in een derde van die zaken wordt een maatregel opgelegd. Alle maatregelen boven het niveau van berisping worden gepubliceerd. Kerkhof is lid van de commissie klacht- en tuchtrecht, waarin stafjuristen van alle Orden van Advocaten zitten. Die komen een aantal keer per jaar samen om te zorgen dat klachten in Nederland uniform worden behandeld. “We bespreken bijzondere zaken. We hebben ons aan de wet te houden en we gebruiken de Leidraad klachtbehandeling. Klagers en advocaten weten op basis daarvan wat ze kunnen verwachten.” Als de dekens een klacht hebben behandeld, schrijven ze een dekenvisie. Op basis van het toetsingskader bepalen ze of de klacht ontvankelijk en gegrond is. “Met de dekenvisie laten we de klager, voordat hij naar de Raad van Discipline gaat en de vijftig euro betaalt, weten hoe de deken tegenover de klacht staat.” De klachtprocedure kent meestal vier fasen: klacht, verweer, repliek en dupliek. De deken kan ook bemiddelen. “Landelijk hebben we afgesproken dat we bij klachten tegen de eigen advocaat zoveel mogelijk bemiddelen”, verklaart Kerkhof. “Vaak is een relatie met cliënt opgebouwd. We kijken waar het is misgegaan, of ze eruit kunnen komen. Bij klachten tussen advocaten onderling bemiddelen we altijd als de advocaten daarvoor openstaan. Die zien vaak op de gedragsregels, bijvoorbeeld een bericht aan rechtbank sturen zonder afschrift naar de andere advocaat. Dat is een overtreding van de gedragsregel. Het is niet betamelijk, maar of je daarvoor naar tuchtrechter moet?” Ze benadrukt dat de deken zelf geen tuchtrechter is. “Uiteindelijk oordeelt de Raad van Discipline, en in hoger beroep het Hof van Discipline, welke maatregel wordt Majse Hofman (Uiteen Familie- en Erfrecht/vFas)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=