Mr.

MR. 5 2025 / 33 nen onderling. Widdershoven: “Het grootste deel van de zaken daar gaat over het omgevingsrecht en het vreemdelingenrecht.” RECHTSEENHEIDSINSTRUMENTEN Waarom zoveel hoogste rechtsprekende colleges in het bestuursrecht? “Dat is historisch zo gegroeid”, zegt Widdershoven. “Vroeger waren het er nog veel meer, wel een stuk of twintig. Die werden soms ad hoc voor een bepaalde regeling in het leven geroepen. De discussie over samenvoegen van de colleges speelt al sinds ik me met het bestuursrecht ging bezighouden, eind jaren zeventig. Het is een paar keer geprobeerd, maar het is nooit helemaal doorgegaan. In eerste aanleg is de bestuursrechtspraak grotendeels geharmoniseerd, want daar is nu meestal de sectie bestuursrecht van de rechtbanken bevoegd. Dat er nog steeds meerdere hoogste rechtscolleges zijn geeft niet, want het systeem functioneert in de huidige vorm prima. Inhoudelijk gaat het goed en er zijn, onder meer door de invoering van de conclusies, instrumenten die voor de rechtseenheid zorgen. Het kost veel energie om iets anders te organiseren. Dat zou negatieve energie zijn.” EVENREDIGHEIDSTOETS Een in het oog springende conclusie waarbij Widdershoven was betrokken ging over de evenredigheidstoets. Op 7 juli 2021concludeerden Widdershoven en zijn collega-AG Peter Wattel dat de bestuursrechter zijn evenredigheidstoets van bestuurlijke maatregelen, zoals een woningsluiting of een dwangsom, moet aanpassen. “Dat was niet in de Toeslagenaffaire, maar het ging wel over een onderwerp dat ook daar speelde”, zegt Widdershoven. “In de Toeslagenaffaire ging de Raad van State in 2019 om. Tot die tijd was het alles-of-niets-principe toegepast: kon een ouder de kosten van kinderopvang niet volledig verantwoorden, dan was er geen recht op toeslag. Dat leidde tot terugvordering van vaak grote voorschotten en daarmee tot financiële problemen bij ouders. Uiteindelijk is toen gekozen voor het evenredigheidsprincipe in de toeslagenzaken. Zo ontstond er behoefte aan een advies over hoe je evenredigheid beter in de rechtspraak kunt wortelen, in algemene zin. De belangrijkste aanbeveling uit onze conclusie: bij het toetsen van de evenredigheid van een bestuurlijke maatregel, zoals een woningsluiting of een dwangsom, zou de bestuursrechter moeten aansluiten bij de drietraps-evenredigheidstoets uit het Europese recht. Dat betekent dat de rechter een bestuurlijke maatregel moet beoordelen op geschiktheid voor het nagestreefde doel, noodzakelijkheid en evenwichtigheid.” De Afdeling bestuursrechtspraak nam het advies grotendeels over (uitspraak over woningsluiting in Harderwijk, 2 februari 2022). Widdershoven: “Deze driestapstoets om evenredigheid te beoordelen is inmiddels in honderden uitspraken gebruikt. Het heeft geleid tot versoepeling van de rechtspraak op vele terreinen, zoals het sociale zekerheidsrecht, subsidies en huisuitzettingen. Die beslissingen worden nu allemaal beter getoetst.” TOESLAGENAFFAIRE Nog even over die toeslagen. Na het rapport Ongekend onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag in 2020 publiceerde de Raad van State een zogeheten ‘reflectierapport’. Daarin betreurt de Afdeling het dat zij te laat is teruggekomen van de strenge lijn in de uitspraken. De voorzitter bood gedupeerde ouders excuses aan. Hoe heeft dit zo uit de hand kunnen lopen? “Dat toeslagensysteem is op z’n zachtst gezegd gouden peer "De problemen van onze tijd hebben allemaal te maken met het bestuursrecht" VAN DE JURY Rob Widdershoven volgt zichzelf op als Gouden Peer bestuursrecht. Het is voor het eerst dat een winnaar uit de vorige serie Gouden Peren (die tussen 2007 en 2009 werden uitgereikt) opnieuw als de beste uit de bus komt. Bij het samenstellen van de lijst met peers voor een bepaald rechtsgebied kijken we onder meer naar de lijsten van destijds. Dan blijkt steeds weer dat een deel van de genomineerden inmiddels gepensioneerd is of iets anders is gaan doen, en een enkeling is overleden. Maar een aantal van de toenmalige peers is nog steeds werkzaam op het betreffende rechtsgebied, al dan niet in dezelfde functie. Zij zijn blijkbaar nog altijd enthousiast over hun specialisme, en houden zich daar op een dusdanig niveau mee bezig dat ze – naast allerlei nieuwe namen – weer een plekje op de lijst verdienen. En ja, dat iemand dan achttien jaar geleden tot Gouden Peer werd gekozen is geen reden om hem niet opnieuw op de lijst te zetten. Dat deze persoon na al die tijd dan ook weer wint, betekent dat hij zich intussen alleen nog maar verder heeft ontwikkeld op zijn rechtsgebied. Widdershoven toont zich in het interview vereerd met zijn herhaalde uitverkiezing, maar zegt dat hij het ook een beetje ongemakkelijk vindt. “Ik had het logisch gevonden als een jongere collega de prijs had gewonnen.” Die stonden volop op de lijst, maar voor de stemgerechtigden stak Widdershoven er toch bovenuit. Ongetwijfeld heeft dat ermee te maken dat Widdershoven anno 2025 nog meer de belichaming van het bestuursrecht is dan in 2007. Toen was hij alleen hoogleraar, nu is hij daarnaast ook advocaat-generaal. De conclusies die hij in deze hoedanigheid schrijft maken hem tot een gezaghebbende stem in het bestuursrecht. Dus het is dezelfde Widdershoven die de Gouden Peer heeft gewonnen, maar toch ook een beetje een andere. Namens de jury, Karen Rijlaarsdam (eindredacteur)

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=