MR. 6 2025 / 23 interview over mensen uit het Midden-Oosten. Familie en gastvrijheid zijn wel heel belangrijk voor me.” Zeggen mensen bij bepaald gedrag in uw privéleven wel eens: ‘Nou, dat past niet bij de rol van rechter’? “Nee, tot nu toe niet. Ik heb wel eens collega’s van de oude stempel meegemaakt die hun ambt leken te verwarren met hun persoon. Als je in de zittingszaal zegt dat iedereen stil moet zijn, dan gehoorzamen ze. Dat hoef je niet automatisch te verwachten in een een-op-eenrelatie.” Rechters zijn begrensd in wat ze privé kunnen doen. “Privé ben ik me er altijd van bewust dat ik rechter ben, en je hoopt natuurlijk wel dat je je als rechter in je eigen leven ook laat leiden door wat billijk is. En we hebben onze gedragsregels. Als ik langs de lijn sta bij het voetballen en de scheidsrechter fluit erg partijdig, ga ik niet lopen schelden en tieren. Dingen kunnen een staartje krijgen.” Dat heeft een raadsheer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden afgelopen september gemerkt in het hoger beroep van Vitesse tegen de KNVB. Hij kwam in opspraak door vermeende belangenverstrengeling, omdat hij in het verleden een fankaart van de club had en een nevenfunctie bekleedde bij een partnerclub. Milani: “Je moet er niet te gekleurd op staan omdat je als rechter altijd onbevooroordeeld, onpartijdig en neutraal moet zijn en niet de schijn moet laten ontstaan dat je dat niet bent. Ik weet niet of dat bij de Vitesse-man zo was. Als een zaak aan een rechter is toebedeeld, ligt het bij de rechter zelf of hij vrij is die zaak te doen. Daarbij moet je als rechter ook wegen wat de samenleving kan denken. Mensen kunnen denken: ‘Jij bent gek van die club dus één en één is twee.’ Misschien moet je zo’n zaak dan niet doen, ook als jij als rechter weet dat je onpartijdig bent.” Milani vertelt dat ze actief is voor de Bahá’í-gemeenschap, bestuurlijk en in het dagelijks leven. Dat botst niet met haar rechterswerk, zegt ze. “Nee, maar Bahá’ís worden in Iran ernstig vervolgd. Dat zijn geloofsgenoten van me, dus dat raakt me persoonlijk. Opkomen voor die rechten moet kunnen als rechter, maar ik moet wel opletten wat ik daarover zeg. Ik zal altijd voorkomen dat het politiek wordt.” Neemt u het geloof mee in uw werk? “Op zichzelf wel. Niet om anderen te beoordelen, maar wel mijn eigen houding. Hoe ik vind dat ik anderen moet behandelen.” AKELIGE STRAFZAKEN Als rechter is Milani getraind om schotten op te trekken tussen privé en werk, wat zeker ook noodzakelijk is bij akelige strafzaken. “Soms is het niet meteen de casus die je raakt, maar zijn het elementen in het dossier die de gebeurtenis indringender maken en onder m’n toga kruipen. Zo sloeg ik bij het bestuderen van een dossier in een moordzaak eens een bladzijde om en belandde in het autopsierapport. Ik zag de foto’s van het lichaam van een oude vrouw waarvan van top tot teen was vastgelegd hoe toegetakeld ze was. Het afweerletsel aan haar vingertoppen bezorgde me een brok in m’n keel, het beeld van wat er gebeurd was drong zich indringend aan me op. Hoe bestaat het dat iemand een weerloos slachtoffer zoiets aandoet? Ik heb er wakker van gelegen.” Ook een grote indruk maakte de zaak van een jongen die overleed doordat het taxibusje waarin hij zat verongelukte. “De vader van de jongen las een slachtofferverklaring voor. De blik in zijn ogen ging me door merg en been, en voor me zat een chauffeur wiens leven op een andere manier aan gort was. In dat soort zaken kun je weinig herstellen.” • “IK GA NIET SCHELDEN LANGS DE LIJN BIJ VOETBAL ALS ER PARTIJDIG WORDT GEFLOTEN”
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=